Getuigenis van Abraham George, een Eskimo die stierf en weer tot leven kwam

Het verbazingwekkende, waargebeurde verhaal van Abraham George, die stierf door een ongeval. Hij had bovennatuurlijke ervaringen in het hiernamaals, zag veel dingen, en kreeg een tweede kans. Waarheidsgetrouw, omdat deze man vele getuigen om zich heen had, inclusief zijn eigen familie.

Ontmoet Abraham “Ipli” George, een ruige Yup’ik Eskimo uit Manokotak, Alaska, die 20 jaar lang de beruchte reputatie had de ‘stadsdronkaard’ te zijn. In 2005 kreeg Abraham, of Ipli, een dodelijk ongeluk, terwijl hij op zijn sneeuwscooter routinematig hout verzamelde. Het gebeurde dat zijn sneeuwscooter, die een vrachtslee achter zich aan sleepte met meer dan 500 kilo hout, plotseling tot stilstand kwam, en de slee met al dat hout bovenop hem kwam en het gewicht ervan bleef rusten op zijn lichaam. De met hout gevulde slee verpletterde hem, waarbij hij zijn rug en ribben brak en vitale organen werden doorboord.

Toen hij naar het ziekenhuis in Anchorage, Alaska, werd gebracht, was hij stomverbaasd toen hij zich realiseerde, dat het levenloze lichaam dat de vier medische hulpverleners met veel moeite weer tot leven probeerden te wekken, zijn lichaam was! Ze hadden geprobeerd hem nieuw leven in te blazen, maar Abraham had zijn lichaam al verlaten.

Plots verscheen voor zijn ogen een oogverblindend, onaards wezen, helderder dan de zon. Op dat moment werd Abraham ogenblikkelijk door het hemelse wezen meegevoerd; hij zag de hemel, en de buitenste duisternis, de hel. De Heer Jezus ontmoette hem en nam hem mee naar de hemel om mensen te zien die Hem trouw hadden gediend. Daarna nam Jezus hem mee naar de hel, waar hij de kwelling zag van degenen, die Jezus niet als hun Redder hadden geaccepteerd.

Een soort van tussen- of middenweg is er niet, zoals zowel het Katholicisme als zelfbenoemde profeet Benjamin Cousijnsen beweert. Benjamins niet-waarachtige videogetuigenis achter een plaatje werd later ook van het internet verwijderd, zonder enige getuigen van zijn 16 jaar durende coma. Zelfs zijn familie weet werkelijk niets van een 16 jaren lange coma af, – alleen dan van het bromfietsongeluk – wat al rode vlaggen zou moeten geven. Niet voor niets waarschuwt de Heer ons om de geesten te testen.

Je zult Abrahams buitengewone verslag horen van wat hij zag, hoorde, rook en voelde. Hij keerde radicaal getransformeerd naar zijn lichaam terug, met een boodschap om aan de mensheid door te geven.

 

WATCH AND SHARE: Testimony Abraham George, an Eskimo who died and came to life again HD

Of bekijk de video hier:

Abraham George Testimony March 24th at Church of the Nations

Dit is zijn verhaal in het Engels verwoord, waarvan een deel hier vertaald in het Nederlands:

Abraham “Ipli” George was ook een marihuanagebruiker, en dacht dat hij kon roken wat hij wilde. Onderweg ontmoette hij twee broers uit het dorp, die zeiden dat ze ook hout gingen halen. Abraham vertelde hen, dat hij een goede plek kende waar veel hout was, en gebaarde dat ze hem moesten volgen. Maar voordat we op weg gingen naar het bos, rookten ze eerst marihuana en werden ze high. Daar leek niets mis mee te zijn, zo dachten ze.

Na het bomen kappen, terwijl ze aan het laden waren, vroeg Abraham aan de jongste van de twee broers, of hij even Dillingham wilde binnenrennen – want het was dichtbij – om een ​​fles alcohol voor hem te kopen. Hij stemde toe en Abrahm gaf hem geld. Hij ging naar Dillingham en keerde binnen de kortste keren terug, dus ze dronken nog een paar drankjes voordat ze vertrokken.

 

Na het ernstige ongeval gebeurde het volgende:

Abraham: Eindelijk arriveerde medische hulp, en werd ik naar het vliegveld gebracht. Melvin Andrew, de VPSO (Village Public Safety Officer), zag me op het vliegveld en zag het vliegtuig opstijgen. Hij geloofde echt, door het geluid van mijn oppervlakkige ademhaling en de blik van mijn gebroken lichaam, dat ik niet levend terug zou komen.

Ik heb een ziekenhuis in Dillingham gehaald.

De doktoren daar hebben me geröntgend en zagen hoe zwaar mijn lichaam gewond was. Ik kon hen horen praten. Ze zeiden: “Hij gaat dood aan zijn verwondingen, voordat de medische hulp arriveert.”
Volgens hun röntgenfoto’s had ik drie verbrijzelde ribben. Mijn bekken was op vier plaatsen gebroken. Ik had vier verpletterde wervels. Mijn ruggengraat was gebogen en doorgesneden. Mijn lever en milt waren gescheurd door een gebroken rib, en een long werd doorboord door een gebroken rib. Onnodig te zeggen, dat ik inwendig bloedde.
In het Kanakanak Hospital kwam een Russisch-orthodoxe priester, Victor Nick, voor me bidden. Hij zei: “Heer, als het uw wil is, verleng zijn leven.” Hij bad dit drie keer.

Het volgende wat ik wist, was dat ik met een Learjet op weg naar Anchorage was…

Er waren vier paramedici of ambulancepersoneel in het vliegtuig, en ze monitorden mij. Mijn bloeddruk bleef dalen. Ik hoorde een van hen zeggen dat ik het niet zou redden. Anchorage was 400 mijl verderop.

Uiteindelijk stopte mijn hart.

Ik kreeg een hartstilstand en viel flauw. Het voelde alsof ik in slaap viel. Op de een of andere manier stond ik op en zag mijn lichaam op de brancard liggen, en het ambulancepersoneel werkte aan mij. Ik had een uittredingservaring. Toch kon ik nog steeds zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Ik had al mijn zintuigen, ook al zag ik mijn lichaam op de brancard liggen.
Toen hoorde ik een van paramedici zeggen: “Laten we geen reanimatie toedienen; we zouden meer verwondingen kunnen toebrengen!” Het hartmonitorscherm vertoonde alleen een platte lijn na defibrilleren.
De defibrillator werkte niet… ik reageerde niet. Toen hoorde ik een andere EMT zeggen: “Noteer de tijd waarop hij stierf.” Nadat ze het hadden opgeschreven, zei een EMT: “Laten we het nog één keertje proberen.” En ze gebruikten de batterijkabels weer bij mij, en mijn lichaam sprong weer op. Deze keer leek het te werken… mijn hart begon opnieuw te kloppen.

 

Naar de hemel 

Maar toen stond het helderste, schitterende Licht – een gestalte van een man – naast mij aan mijn rechterzijde! In eerste instantie leek het een van de EMT’s te zijn. Hij was vol van liefde, vreugde en vrede. Hij sprak in Yup’ik en Hij sprak op een zachte manier tegen mij, wat me vervulde met een zacht tintelend gevoel.

Hij vroeg me of ik naar de plek wilde gaan, waar de geredde zielen naartoe gaan.

De plaats waar Hij me naartoe bracht, was vervuld van Gods heerlijkheid.
Ik zag gouden straten onder mijn voeten. Zelfs de grond was vol licht, en er was geen schaduw. Toen Hij me optilde, zocht ik naar een zon of een licht, maar zo’n licht was er niet. Ik vroeg me af waar het licht vandaan kwam. Jezus zei: “Ik ben het Licht van de wereld!”

Ik zag veel geredde zielen met dit schitterende licht van allerlei verschillende nationaliteiten.

De geredde zielen hadden witte klederen; zelfs de engelen hadden witte klederen. En er waren alleen jonge mensen. Er waren geen oude mensen. Ik herkende veel van de geredde zielen. Ik zag mensen uit Akiachak en Manokotak.
Ik zag die van mijn familie: mijn opa, oma, tantes, ooms, de familieleden van mijn vrouw, en degenen die ik nog nooit eerder heb ontmoet. Ik vroeg me in mijn gedachten af: “Wie is dat?”
Jezus kende elke gedachte, en vertelde me hun namen. “Dit is Evon John, en (de namen van een meneer en mevrouw Minesta), en Andrewski Gloko,” enzovoort. Ik realiseerde me dat ze er zó jong uitzagen, met schitterende, heldere en gladde huid, en dat ze gekleed waren in witte gewaden. Hun gewaden hadden de helderste, briljantste en zuiverste ‘mist’, die over hun gewaden bewoog.

Ik zag degenen die waren gestorven van ouderdom…

Maar hier waren ze allemaal jong, ongeveer 33 jaar oud. Ik zag zelfs een vrouw die van ouderdom was gestorven, maar hier in de hemel was ze een jonge vrouw. Ik zag een andere vrouw, die was gestorven als een oude vrouw, maar hier in de hemel was ze ook een jonge vrouw!
Ik vroeg: “Hoe komt het dat ze zo jong zijn?”
Jezus antwoordde: “Toen ze jong waren, accepteerden ze Mij. Ik ben de weg, de waarheid en het leven.”
De mannen en vrouwen die ik zag, hadden zwart haar en ook vol haar. Vrouwen hadden lang, golvend haar, en er leek een zachte wind over hun haar te waaien. Sommigen hadden vleugels en sommigen droegen niet het helderste, briljantste en zuiverste witte gewaad van mist. Ze zeiden dat we in de hemel niet meer zullen trouwen, maar als broer en zus zullen leven.

Jezus zou zeggen: “Kijk.”

Elke keer dat ik keek, gingen mijn ogen open. Ik zag zelfs veel kleine kinderen, en engelen met vleugels om hen heen vliegen, maar sommigen hadden er geen. De veer aanraking van de engelen was zacht. En het helderste Licht aan mijn rechterzijde vertelde me, dat deze baby’s degenen waren van miskramen, abortussen, en doodgeborenen. Maar hun ouders, moeders die gered zijn, zullen hen herkennen. En de baby’s zullen hun ouders en moeders herkennen, kreeg ik te horen.
Die plek is zó geweldig! Jezus maakte die plek voor de geredde zielen.

 

De afdaling naar de hel 

Toen vroeg het helderste Licht: “Wil je zien waar de ongeredde zielen wonen?” Maar ik had geen autoriteit of controle over mijn geest en ziel. Wat de Heer ook zei, mijn hele wezen luisterde naar Zijn stem!
Toen keerden Jezus en ik ons ​​om van de geredde zielen, en gingen naar een andere plaats. Maar we liepen niet; we begonnen eerder naar beneden te glijden. Zodra we in de duisternis begonnen af ​​te dalen, begon ik een vreselijke geur te ruiken en hapte ik naar lucht. Het leek wel giftig!
We kwamen in een volledige duisternis terecht, maar ik kon geschreeuw en tandengeknars horen. Ik kon miljoenen en miljoenen mensen horen, zelfs voordat we de bodemloze put en de buitenste duisternis bereikten.

Ik hoorde talloze mensen in verschillende vreemde talen, maar ik hoorde ook stemmen in het Yup’ik.

Er waren mensen, die met hun tanden knarsten en jammerden en schreeuwden van de pijn. Er waren ook Christenen, die de Heer ongehoorzaam waren geweest, en als de onnutte dienstknecht in de buitenste duisternis werden geworpen (Mattheüs 22:13; 25:30). Zij en de mensen, die stierven in hun zonden, riepen: “Geef me nog een kans!”
Er zijn verschillende niveaus van de hel. En de ergste zondaars worden op de ergste manier gekweld.
Jesaja 66:24: …hun worm zal niet sterven, en hun vuur zal niet uitdoven.

De drie Yup’ik-mannen

De Heer liet me drie verschillende Yup’ik-sprekende mannen zien. De Heer toonde me de eerste Yup’ik-sprekende man. De Heer toonde me deze verloren ziel, en er kwamen wormen uit zijn ogen, neus, mond en oren. De man zei in Yup’ik: “Dit is geen plaats voor mij; Ik ben het zat om dorst te hebben. Ik lijd en ben het beu om gekweld te worden. Waarom ben ik hier? Geef me nog een kans!” Hij zei dit drie keer.
De Heer antwoordde hem na de derde keer. “Toen je op aarde was, heb Ik je veel kansen gegeven. Ik had Mijn armen wijd open om je te ontvangen. Ik riep je bij je naam, maar je luisterde niet naar Mijn woorden en Mijn stem. Je koos ervoor om te genieten van de genoegens van zonden, drugs, alcohol en aardse pleziertjes. Je hebt ervoor gekozen om je niet te bekeren en voor Mij te leven. Je zult hier lange tijd zijn, tot de Dag des Oordeels. Dan zul je geoordeeld worden op basis van je werken en in de poel van vuur geworpen worden, waar de demonen je voor altijd zullen kwellen!”
Jeremia 1:5 zegt: “Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd; tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld!”

De Heer liet me daarna een andere Yup’ik-sprekende man zien.

De Heer toonde me de verloren ziel, en er kwamen wormen uit zijn ogen, neus, mond en oren. De man zei: “Kijk me niet aan, kom niet in mijn buurt; ik schaam me voor mezelf! Dit is geen plaats voor mij. Ik ben het zat om dorst te hebben. Ik lijd, ik ben het beu om gekweld te worden. Waarom ben ik hier? Geef me nog een kans!” Hij zei dit drie keer.
De Heer antwoordde hem na de derde keer. “Toen je op aarde was, dronk je alcohol. Voordat je tijd aanbrak, en voordat je je bekeerde en naar Mij kwam om Mijn dienstknecht te zijn, heb je jezelf van het leven beroofd en zelfmoord gepleegd! Je hebt je leven genomen dat niet van jou is; je hebt Me bedrogen door jezelf van het leven te beroven. Hier zul je voor altijd zijn tot de Dag des Oordeels, en dan zul je in de poel van vuur worden geworpen, waar de demonen je voor altijd zullen kwellen!”
Er waren veel mensen in de hel, veel zielen; ze waren allemaal te laat en zonder Jezus.

De Heer liet me een derde Yup’ik-man zien, die een prediker was.

De Heer toonde me de verloren ziel, en er kwamen wormen uit zijn ogen, neus, mond en oren. De man zei: “Dit is geen plaats voor mij, ik ben het zat om dorst te hebben; ik lijd, ik ben het beu om gekweld te worden. Waarom ben ik hier? Geef me nog een kans! Ik diende de Heer en diende mijn hele leven als predikant. Waarom ben ik hier?” Hij zei dit drie keer.
De Heer antwoordde na de derde keer. “Je hebt gelijk toen je zei, dat je Mij je hele leven op aarde gediend hebt, maar je haatte één persoon. En omdat je die ene haatte, haatte je Mij. Hier zul je voor altijd zijn tot de Dag des Oordeels, en dan zul je in de poel van vuur worden geworpen en zullen de demonen je voor altijd kwellen!”
Mattheüs 6:14-15 zegt: Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.
Mattheüs 22:13 zegt ook: Toen zeide de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.

Toen, terwijl we daar waren, liet de Heer mij vallende zielen zien.

Deze mensen hadden Jezus niet. Degenen die sterven (in slaap vallen), zonder Jezus, zullen ontwaken in de hel. Zelfs nu, terwijl we spreken, vallen mensen in de hel! Die wormen in de hel zullen nooit sterven. De wormen zijn er nu en op die arme zielen.

Na een tijdje zei ik in gedachten, dat ik niet meer in de hel wilde blijven.

Ik was bang en angstig, want ik dacht opeens: “Zal ik hier ook zijn? Zit ik hier ook vast? Ga ik hier de eeuwigheid doorbrengen?”
En de stem, het helderste Licht, vertelde me, alsof Hij mijn gedachten las: “Ik ga je terugbrengen!”

 

De terugkeer naar hemel en aarde

Jezus bracht me terug naar de plek, waar de geredde zielen naartoe gaan. Hij bracht me terug naar de hemel, naar de helderste plek, waar ik mijn familieleden weer ontmoette. De Heer zette me naast mijn pa, mij vader, neer, die zei: “Het is niet je tijd; je moet terug.”
Na enige tijd in de hemel te hebben doorgebracht, vertelde de Heer me dat Hij me terug zou brengen.

En toen Jezus en ik naar beneden gingen, zei Hij tegen mij:

“Zeg tegen Mijn kinderen dat ik van hen houd. Vertel hen dat er een hemel en een hel is. Vertel hen dat Ik de weg, de waarheid en het leven ben. Zeg hen dat niemand tot de Vader komt, behalve door Mij. Zeg Mijn kinderen dat ik spoedig kom.” Hij zei dit drie keer tegen mij.

Ik wilde niet meer terug; ik wilde op deze comfortabele plek blijven.

De Heer zei echter: “Als je het Mijn kinderen en Mijn volk niet vertelt, dan zal Ik je in de buitenste duisternis moeten werpen, waar geween en tandengeknars zal zijn, en daar zul je voor de eeuwigheid lijden en het vuur wordt niet uitgeblust. Vertel Mijn mensen en kinderen, dat de hemel en de hel zó echt zijn!”
Toen Hij dat zei, werd ik bang en kreeg ik rillingen… Want toen Hij me terugbracht, zei ik dat ik niet wist hoe ik moest spreken voor de mensen.

Jezus zei echter: “Ik zal je meenemen naar plaatsen, waar je nog nooit bent geweest.

Ik zal je helpen als je over de hemel en hel spreekt. Degenen, die geestelijk vervuld zijn, zullen je vrienden zijn. Zeg tegen Mijn kinderen dat Ik van hen houd. Zeg hen, dat er een hemel en een hel is. Vertel hen dat Ik de weg, de waarheid en het leven ben. Zeg hen, dat er geen weg naar de Vader is, behalve door Jezus.”

Toen de Heer me dichter bij mijn lichaam bracht…

kon ik zien dat de doktoren de koorden van de levensondersteuning losmaakten van mijn lichaam. Toen hoorde ik veel stemmen van engelen, die een kerstlied zongen. Ze zongen “Silent Night, Holy Night”, op de mooiste manier die ik ooit heb gehoord!

Toen ik mijn lichaam aanraakte, kwam ik bij.

Ik kon het gezang niet meer horen. Plotseling voelde ik de pijn van mijn verwondingen. En ik kon de buisjes in mijn mond en neus voelen. Ik wilde het helderste, briljante Licht aan mijn rechterzijde vertellen, om me terug naar de hemel te brengen, maar Hij was weg. Ik wilde blijven waar liefde, vreugde en vrede was, en het vreedzame, helderste briljante Licht, en daar blijven!

Het was eerste kerstdag 2005…

en de doktoren van het Alaska Native Medical Center (ANMC) haalden de stekker uit mijn levensondersteuningssysteem. Ze zeiden: “Hij zal het niet overleven.” Ik had een longontsteking opgelopen in mijn goede long. De andere long was gescheurd en onbruikbaar geworden door beschadiging tijdens het ongeluk, en het maakte een eind aan mijn leven. Ze lieten mijn familie binnen om me voor de laatste keer te zien. Ik kreeg de laatste bedieningen.

Toen riep ik de naam van de predikant, en hij kwam terug.

Hij was blij me levend te zien.
Er begon rook om me heen te wervelen, en de rook bleef drie dagen in mijn kamer ronddwalen. De Geest van de Heer cirkelde als een heldere mist en de mooiste geur boven mijn bed! Ik vroeg de doktoren en verpleegsters, die voor mij zorgden: “Waarom is er rook?” Ik vroeg of er brand was. Ze zeiden dat er geen rook of vuur was. Ik denk dat alleen ik het zag.

Elke keer dat ik die ‘rook’ inademde, voelde ik genezing plaatsvinden in mijn lichaam.

Ik voelde een tinteling, die bovenop mijn hoofd begon, en naarmate de tijd verstreek, begon die tinteling langs mijn hele lichaam te stromen. Ik voelde zelfs botten in mijn lichaam bewegen! Ik kon de geluiden horen, toen de botten weer op hun plaats werden gezet!

Ik begon te herstellen.

Op de tweede dag brachten de doktoren een draagbare röntgenfoto naar mijn kamer, en ze onderzochten me opnieuw. Ze zagen dat de botten genezen waren en konden de verwondingen niet vinden. Ze zochten naar de snee in mijn lever, en konden ook die niet vinden. De doktoren riepen het luid uit van ongeloof, en zeiden: “Dit kan niet waar zijn!”

Daarna brachten ze me naar fysiotherapie, en lieten mij lopen…

Ik liep alleen en loofde God!

Op de derde dag na mijn ontwaken was alle pijn uit mijn lichaam verdwenen!

Het was 27 december 2005. De doktoren hebben me toen ontslagen, want er was niets meer mis met mij. De Here Jezus Christus heeft al mijn verwondingen genezen!
Ik vertelde de doktoren en verpleegsters over wat ik had meegemaakt, en ze zeiden: “Dit is echt. Het is tijd om ons leven te veranderen.”

 

De bevestigingen

Sinds zijn herstel is Abraham George naar veel plaatsen gereisd, om te getuigen van de Heer Jezus Christus, en het wonderbaarlijke wonder van genezing, dat God hem heeft geschonken. Tijdens Abrahams getuigenis volgden tekenen en wonderen hem, net zoals tekenen en wonderen die Jezus’ apostelen volgden, en ook anderen volgden, die hun leven aan Jezus hadden gegeven en over Hem getuigenis gaven.

Abraham zegt: “De wereld wordt niet beter. Zelfs het weer is van de laatste dagen. Alle berichten die Jezus mij gaf, zijn Bijbels. Als ik de Bijbel lees, zie ik wat de Heer tegen me zei.”

 

You may also like