Marietta Davis Hoofdstuk 21. Een vereenvoudigde vertaling van ‘Scenes beyond the Grave, Trance of Marietta Davis’, gepubliceerd door J. L. Scott.
Eindtijdnieuws.com
29 januari 2025
Hoofdstuk 21
Wreedheden toebracht aan Jezus
Toen leidden ze Hem met wreedheid weg onder het geschreeuw van het gepeupel. Terwijl deze scène zich afspeelde, draaide ik me om, en keek naar de kinderen en de engelachtige toeschouwers, die er bedroefder uitzagen dan ooit tevoren.
Toen vroeg ik: “Kan er verdriet zijn in de hemel? Huilen engelen?” Toen hoorde ik een stem zeggen: “Marietta, je doet er goed aan om dit te vragen. Engelen hebben een hart en voelen medelijden. Wie in de hemel kan getuige zijn van het verraad van de Verlosser van de zondaars, zonder dat er droefheid in zijn ziel opkomt?”
“Amen!” zeiden tienduizend stemmen. En toen vervolgde de eerste stem: “Wie kan de aanblik verdragen? Zie de onschuldige Lijder. Kijk, kijk! Ze slaan Hem, terwijl ze zich over het ruwe pad haasten. Ze bespotten Hem, ze maken hem belachelijk; ze behandelen Hem wreed. Laat de hele hemel pauzeren en de hartverscheurende scène aanschouwen. Want de Verlosser lijdt door de handen van zondaars! Jullie, zuigelingen geesten, moge genegenheid voor de Lijdende in jullie ontwaken. De Goddelijke Goedheid, die engelen aanbidden, wordt veracht en verworpen door de mensheid”.
Een ontelbaar gezelschap van getuigen
Toen de stem ophield, hoorde ik een andere engel zeggen: “Kijk, zie, uit de hoogste hemelen dalen engelen neer”. Ik keek omhoog, en ver daarboven zag ik een grote menigte, die getuige was geweest van Jezus’ arrestatie en mishandeling. Deze engelen waren een ontelbaar gezelschap van superieure wezens. Ze hadden palmtakken in hun handen, en kronen op hun hoofden. Hun kronen stelden de sterrenhemel voor, als een miniatuuruitdrukking van de universums, die de troon van de Oneindige omringen.
Toen zij naderden, ging een verblindend licht voor hen uit, dat de geestelijke atmosfeer omvatte. Het was zo verheven van aard dat zelfs de engelen van de hoogste orde, die het vorige publiek hadden samengesteld, het niet standvastig konden aanschouwen. De nadering van dit licht openbaarde zo de onvolmaaktheid van mijn aard, dat ik me probeerde te verbergen. Maar in dat heilige licht kon niets verborgen blijven! Ik wilde vluchten, maar ik kon dat verlangen niet bedwingen. Zeker, zei ik in mijn geest, als dit slechts een voorproefje is van wat in de hogere hemelen is, hoe kunnen stervelingen dan ooit deze goddelijke verblijfplaats bereiken? Hoe kan de verachtelijke mens hopen deze heerlijkheid binnen te gaan, die voor de onvoorbereide ziel zeker een vuur zou worden, dat hen totaal zou vernietigen?
Terwijl ik zo nadacht, hoorde ik een van de cherubische wezens/cherubijnen zeggen: “Engelen, geestverwanten, bewoners van de verheven hemelen, buigt u voor uw Heer neder, want Hij is waardig. Aanbid Hem vanuit uit het diepst van jullie wezen en uit jullie geesten, die aanbidden met onsterfelijke gevoelens. Alle engelen verheugen zich om Hem te loven, en Hij is alle aanbidding waardig. Prijs Hem! Prijs de Heer, de Verlosser van de aarde! Terwijl gevallen wezens zich spottend om Hm heen verzamelen, en doen alsof ze Hem begroeten als Koning, moge het universum worden bewogen met harmonie en eerbied, en moge alle intelligenties Hem nederig aanbidden”.
Toen boog iedereen zich neer in stille aanbidding, terwijl zwakke, verwarde mensen Hem naar de oordeelszaal deden haasten.
Engelen verklaarden Hem tot God in een menselijk lichaam, maar dat deed mij afvragen: als Hij de macht had, waarom gebruikte Hij die dan niet om degenen, die Hem wilden vernietigen, te onderwerpen? En als er myriaden machtige engelen waren, die elk het vermogen hadden om diegenen, die hun Heer wegleidden, naar believen uiteen te drijven, waarom zouden zij de naderende storm dan niet voorkomen?
Toen hij mijn gedachten vernam, zei mijn leraar: “Hij is gekomen om te zoeken en te redden, niet om te vernietigen. Hij verdraagt de spot van de goddelozen, en biedt zichzelf aan als losprijs voor zondaars. En door Zijn onderwerping vervult Hij de profetie, die zegt: ‘Een gekneusd riet zal Hij niet breken [Hij zal de hulpeloze niet schaden]; en rokend vlas zal Hij niet doven [Hij zal het leven of de hoop van een mens niet uitblussen]. Zijn missie is verlossing, niet oordeel en executie”.
Toen hoorde ik stemmen, die klonken als vele ruisende wateren, die zeiden: “Wees verwonderd, o aarde! Want uw zonden hebben u onuitsprekelijk leed berokkend, maar medelijden heeft voor het offer gezorgd. Hierdoor kreunt jullie Verlosser onder de last”.
De Losprijs
Toen zei Barmhartigheid/Genade tegen Gerechtigheid: “Er staat geschreven: God had de wereld zo lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft voor een losprijs. Dit is de losprijs. In Jezus zullen de volkeren van de aarde hoop hebben. Kijk, dit is het Offer! In dit Offer is er een manier om zonde en goddeloosheid te verwijderen, en een weg te bereiden voor het verdorven menselijke ras, om over te gaan naar dat superieure leven daarboven”.
Toen zei de engel tegen de zuigelingen: “Dit is jullie Verlosser. In Hem alleen is het Leven, dat de zondaar kan redden, en hem tot een nieuw leven kan brengen. Door Hem zijn jullie in dit paradijs toegelaten. Kijk allemaal naar deze scène, terwijl het zich ontvouwt. Dit tafereel toont jullie de waarde van jullie verlossing, en het laat jullie leren hoe waardevol de Verlosser voor jullie is”.
Terwijl de engel tot hen sprak, toonde hun uiting van medeleven de zuiverheid van hun hart, en de tederheid en ontroering waarmee ze het lijden van de Zoon van God hadden gadegeslagen. Toen zeiden ze allemaal eensgezind: “Hoe zouden we God niet kunnen loven en danken voor dit geschenk, het geschenk van het leven door Zijn eniggeboren Zoon, onze Verlosser? Kunnen we Hem niet verlichten? Kunnen we Zijn leed niet delen? Hij is onder Zijn vijanden. Zij kennen Hem niet. Ze bezorgen Hem onnodige pijn. Wie kan die aanblik verdragen? Laten we Hem te hulp schieten!” riepen de zuigelingen. “Hij is onze Verlosser!” Deze woorden vielen van de heilige lippen van de zuigelingen in het paradijs.
“Hij is onze Heer. Hij brengt de hemelen in harmonie met Zijn eigen volmaaktheid, en Zijn aangename spraak vult de hemelen met Zijn melodieën. Hij doet zegen oprijzen als een gouden morgen, en Hij geeft heilige glans en Goddelijke Goedheid aan de dingen, die Hij met Zijn handen heeft gemaakt. De hemelen verkondigen Zijn aanbiddelijke naam, en de bevolkte uitgestrektheid [het bevolkte universum] vibreert, trilt met het zachte en vriendelijke ritme van Zijn liefde. Toch zien we Hem in de gedaante van een Goddelijke Man voortgejaagd worden door ruwe mannen. Zij leiden Hem door deze disharmonische wereld naar het trotse/hooghartige Sanhedrin, trotse leiders van een harteloze religieuze gemeente – een gemeente waar Gods naam, Jehovah, wordt uitgesproken, maar slechts gegeven om zogenaamd te aanbidden”. Dit zijn de woorden van één van de machtige engelen in het publiek van de myriaden en miljoenen, die de mens niet zou kunnen tellen!
Toen riepen ze als de stem van één man: “Laten we opstaan en de spotters van de Heer terugslaan”.
“Nee,” zei een andere stem; en ik keek, en zie, Gerechtigheid stond in een wolk van buitengewone helderheid, met zeven donderslagen in zijn rechterhand. Uit deze donderslagen rolden bliksemstralen en stormen, en zij strekten zich uit over de gehele aardbol, inclusief het menselijk ras, zowel de kleinen als de groten, de levenden als de doden. Het fundament van de aarde schudde. Rollende donderslagen, verduisterende stormen en verschrikkingen waren zo groot, dat ze de zielen van de mensen deden beven.
In zijn linkerhand hield Gerechtigheid een boekrol, waarop een verkorte versie van de eeuwige wet voor geestelijke, morele en intellectuele wezens geschreven stond – verkort, omdat de mensheid slechts een heel klein deel ervan kan bevatten. Het vermogen van de mens is te beperkt, en hij is zo aangepast aan zijn toestand dat hij zijn eigen beperkingen nauwelijks herkent!
De ellendige misvormde man, die eerder gewond en bijna dood werd onthuld, lag vlak voor Gerechtigheid. Het bloed van zijn wonden bevlekte de grond waarop hij lag. Opnieuw herhaalde Gerechtigheid: “Niet zo, de ziel die zondigt, moet sterven. Het resultaat van de overtreding van de wet is onherroepelijk”.
Toen zag ik Barmhartigheid komen, de storm binnengaan, en zich als voorheen over de gewonde man buigen. Ze zei: “Hij die was, en is, en nog komen zal, komt naar de aarde. Nu heeft de Geest een natuurlijk aards lichaam aangenomen, en Hij zal in een nieuwe unieke relatie met de mensheid komen. Dit zal Hem in staat stellen zich te identificeren met, mee te voelen met de mens. Hierdoor zal Hij hen verheffen uit hun gedegradeerde, gevallen toestand, en zal Hij de verontreinigde ziel herstellen. Dit zal het menselijk ras, dat in onmin leeft met de eeuwige wet, in staat stellen om in harmonie te komen met die wet, die door Hem volmaakt wordt. Dan zal een volledige hereniging, in en door Hem heen, de verloren planeet herstellen”. En hier herhaalde Barmhartigheid opnieuw: “Zie de Losprijs”.
Gerechtigheid vraagt Christus om de wijnpers alleen te treden
“Niettemin,” zei Gerechtigheid, “wordt het Offer aangeboden, maar het moet worden aanvaard als een gratis gunst. Daarom moet Hij de wijnpers alleen treden. En deze,” zei hij sprekend over de engelen, “proberen het Offer te redden en te voorkomen dat het geofferd wordt”.
Toen zei Barmhartigheid tot de verraste miljoenen: “Zo is het verplicht, onvermijdelijk dat Christus de Messias moet lijden. Jullie zullen in ontzettende spanning blijven, terwijl jullie de gevolgen van de zonde op het bewustzijn van goed en kwaad van de zondaar gadeslaan. Het conflict wordt groter, en de Mensenzoon zal oorlogvoering aangaan met de machten van de dood”.
Toen zeiden zowel de engelen als de zuigelingen: “Laat toe dat we deze scène niet meemaken. Wie kan het verdragen?”
“Nee,” zei Gerechtigheid, “zou de hemel het wonder niet moeten aanschouwen, en zou hades niet moeten ineenkrimpen onder deze vreselijke slag? Dit zei hij, terwijl de God-Mens verder ging om de poort van de dood binnen te gaan, en de vijand van de mens te overwinnen, en leven en onsterfelijkheid aan het licht te brengen”.
Iedereen die het zag en hoorde, antwoordde: “Amen! O Eeuwige Geest, laat Uw wil geschieden in de hemel en op aarde, en door ons en elk intelligent wezen. Laat het gebeuren, nu en voor altijd; voor eeuwig, voor eeuwig. Amen”.
“Maar ook, laat de hele hemel reageren,” zei Gerechtheid, “opdat God alles en over alles mag zijn, nu, en van nu af aan en tot in eeuwigheid”.
“Amen! halleluja! halleluja! amen!” antwoordden de zachtmoedige toeschouwers van de scène. “Voor eeuwig moge Uw wil geschieden! Amen!”
Wordt vervolgd, Hoofdstuk 22 Christus de Messias voor het gerecht
Deel het vrijelijk
Elk gezin, iedereen, zou het moeten kunnen lezen! In elke school en zondagsschool zou het een plaatsje moeten krijgen. Waar het gelezen wordt, kan ongeloof maar weinig invloed hebben. Bijzonder geschikt voor gebruik in gezinnen en op scholen, om de eerste indrukken in de nog jonge geest te vormen. Ik beveel het daarom van harte aan gelovigen en niet-gelovigen aan.
Bron:
https://eindtijdnieuws.com/the-visions-of-marietta-davis-presented-in-contemporary-english-pdf/