Visioenen van Marietta Davis | Hoofdstuk 12 De verblijfplaats van de verlorenen

Marietta Davis Hoofdstuk 12. Een vereenvoudigde vertaling van ‘Scenes beyond the Grave, Trance of Marietta Davis’, gepubliceerd door J. L. Scott.  #Hel

Eindtijdnieuws.com
23 januari 2025

 

Hoofdstuk 12

De verblijfplaats van de verlorenen

De bodemloze put, de hel, de afgrond in het centrum van de aarde

Plotseling leek er een zwarte sluier van duisternis op te stijgen, die me doordrong en omhulde. Mijn twijfels leken een wolk te vormen, die de heerlijkheid, die ik boven mij had gezien, buitensloot. De ontkenningen in mijn eigen geest dompelden me verder in het midden van een draaikolk van nog diepere somberheid. Ik viel als iemand, die van een duizelingwekkende hoogte was gegooid! De duisternis opende haar armen om mij te ontvangen. De bewegende schaduw van een nog meer verlaten afgrond rees op als de massa’s dichte wolken van een donkere storm. En terwijl ik afdaalde, drukte het steeds groter wordende gewicht van de duisternis meer op mij, waardoor ik nog banger werd.

Na een tijdje zag ik in de verte een donkere vlakte, die eindeloos leek. De vlakte was bedekt met wat leek op glanzende vegetatie. In elke richting zag ik gebladerte dat licht uitstraalde. Het schitterde van pracht, wapperde als door de wind verwaaide bomen, met vruchten en bloemen van kristal en van goud.

Visioenen van de verlorenen

Tal van [verloren] geesten verschenen in de schaduwen onder de vlakte! Lichtgevende mantels waren om deze snel bewegende geesten gewikkeld.
Sommigen droegen kronen op hun hoofd, anderen tiara’s [diademen], en weer anderen versieringen, die ik nog nooit eerder had gezien. Ze leken gemaakt te zijn van trossen juwelen, kransen van gouden munten, doeken van gouden en zilveren weefsels.  Sommigen droegen torenhoge helmen, en anderen droegen ronde voorwerpen, gevuld met grote, glinsterende veren, die wapperden als de geesten bewogen.

Elk voorwerp straalde een bleke gloed uit. Het was alsof je naar Mardi Gras [een soort van Katholiek Carnavalsfeest, ‘Vette Dinsdag’] keek, een grootse gekostumeerde optocht. De kleding van deze grote en diverse menigte geesten paste bij hun hoofdtooi. Alle soorten weelderige kleding werden getoond op deze geesten. Koningen en koninginnen waren gekleed in prachtige kroningsgewaden. Groepen edelen, zowel mannen als vrouwen, droegen ook alle mogelijke versierselen, die men aan koninklijke hoven aantreft. Ik zag dichte menigten, gekleed in de gepaste kledij van hoog gecultiveerde naties.
Terwijl ze voorbijkwamen, zag ik soortgelijke groepen van minder beschaafde stammen, gekleed in elke vorm van barbaarse versiering. Terwijl sommigen gekleed gingen in kleding van mijn tijd, droegen anderen oude, klassieke gewaden. Maar ongeacht de tijd, heden of verleden, ongeacht de cultuur, gepolijst of onbewerkt, in elke verscheidenheid waren er gemeenschappelijke activiteiten te zien: trots, praal, snelle beweging, en oogverblindende pracht.

Een schimmige omgeving van het kwaad

De menigte maakte een verscheidenheid aan gemengde geluiden: uitbarstingen van lachen, geluiden van feestvieren, speelse grappen, geestige spot, gepolijst sarcasme, obscene toespelingen en verschrikkelijke vloeken en verwensingen. Deze geluiden werden vermengd met onzuivere aanzoeken, kwaadspreken, loze complimenten en geveinsde felicitaties. Al deze beelden en geluiden vormden één sprankelend, schitterend beeld, dat tegelijkertijd mijn ziel in beroering bracht, pijn deed en verbijsterde!

Toen ik verderging, liep ik voorzichtig, alsof ik tussen schorpioenen en brandende kolen liep. De bomen, die om me heen leken te wuiven, straalden vurige vlammen uit, en hun bloesems waren ook gemaakt van fonkelende, onophoudelijk brandende vlammen. Elk voorwerp waarmee ik in aanraking kwam, veroorzaakte intense pijn!

Rijk van illusie

De fosforescerende [‘glow in the dark’] gloed, die de verschillende voorwerpen omringde, verbrandde het oog dat ernaar keek. Het fruit verbrandde de hand, die het plukte en de lippen, die het ontvingen. De verzamelde bloemen verspreidden een brandend aroma, waarvan de aanstootgevende, vieze, walgelijke geur ondraaglijke pijn veroorzaakte bij inademing. De atomen van de atmosfeer brandden als vuur toen ik ze inademde. Zowel de lucht als de explosie, die het in beweging bracht, droegen de elementen van teleurstelling en ellende met zich mee.

Toen ik mij omdraaide om te zien of ik een druppel water kon vinden, om de hevige, ondraaglijke dorst te verlichten, verschenen er fonteinen en kleine stroompjes, die tussen het gras door stroomden en in kalme poelen lagen. Maar al snel ontdekte ik dat dit hetzelfde was als de visioenen, die ik eerder had gezien. En de druppels nevel van de sprankelende fonteinen vielen als druppels gesmolten lood, waardoor alles waarop ze vielen verschrompelde. De stromende beken waren als rivieren van gesmolten metaal, die uit een oven werden gegoten, die zeven keer meer verhit was dan waarvoor hij bestemd was. De diepe, stille poelen waren als het witte, onbeweeglijke zilver in een gloeiende smeltkroes, waarbij elk atoom brandde met een felle, ondraaglijke gloed.

Marietta begroet door een oude vriend, nu in de hel

Terwijl ik deze angstaanjagende scènes ernstig overpeinsde, kwam er een geest op mij af, die ik op aarde had gekend. Uiterlijk was dit wezen veel schitterender dan toen het in zijn lichaam leefde. De vorm, het gelaat, de ogen, de handen, leken allemaal doordrongen van een metaalglans, die varieerde bij elke beweging en elke gedachte.

Toen hij mij naderde, zei de geest:

“Marietta, we ontmoeten elkaar weer. Je ziet in mij de geest van iemand, die gestorven is, een geest zonder [aards] lichaam, die woont in die plaats waar degenen, die de Heiland innerlijk verloochenen, na hun dood hun woonplaats vinden. Vreemde emoties woelen door jouw hart. Ik voelde, keek, verwonderde me en bewoog me op dezelfde manier, in droevige en verbijsterde angst, toen ik hier voor het eerst aankwam, en de realiteit van het bestaan van deze plek ontdekte. Maar ik heb ervaren wat jij in je geest nog nooit hebt begrepen. Ik ben niet in staat de vreemde emoties te bedwingen, die mij ertoe brengen jullie te vertellen over het ware innerlijke verdriet, dat de uiterlijke verschijning van deze schitterende wereld zou verbergen, als dat mogelijk was.”

De goddelozen gaan naar hun eigen plaats

“Mijn leven op aarde eindigde plotseling. En toen ik de wereld verliet, bewoog ik mij snel in de richting, die werd ingegeven door de verlangens, die in mijn hart heersten. Innerlijk verlangde ik ernaar het hof gemaakt te worden, geëerd te worden, bewonderd te worden, wereldwijde bewondering te ontvangen, en vrij te zijn om de perverse neigingen van mijn trotse, opstandige, genotzuchtige hart te volgen, een staat van bestaan, waarin alles genot zou moeten zijn, zonder terughoudendheid, waar ieder mens vrij zou moeten zijn, om te gehoorzamen aan de ingevingen van iedere hartstocht, waar elke uitspatting zou moeten worden toegestaan, waar geen plaats is voor gebeden en godsdienst, waar niemand ooit wordt berispt voor zonde, waar het leven zou moeten worden doorgebracht met vrolijke, feestelijke sporten, zonder dat een superieure, remmende macht kan storen of onderbreken. Ik ging de geestenwereld binnen met deze verlangens, en werd aangetrokken tot die mensen, die met mijn gemoedstoestand verenigbaar waren. Ik haastte mij naar het genot van de schitterende scènes, die je nu ziet.”

Een welkom in de hel

“Ik werd verwelkomd, zoals jij niet bent verwelkomd, omdat ik onmiddellijk werd herkend als een geschikte metgezel door degenen, die je hier ziet. Ze verwelkomen jou niet, omdat ze in jou een innerlijk verlangen ontwaren, dat tegengesteld is aan de hartstochten, die hen beheersen. Ik werd verwelkomd met feestelijke, sportieve geluiden. De wezens, die je in de verte ziet, haastten zich naar voren om me te omhelzen. Ze riepen: ‘Welkom! Welkom!’ Ik was onder de indruk, verbijsterd en toch mentaal geraakt en gestimuleerd door de atmosfeer van deze plek. Ik merkte dat ik begiftigd werd met de kracht van vreemde, rusteloze bewegingen. Elk orgaan en elke porie in mijn gedaante straalde een fosforescerende gloed uit, die zich rond mijn hoofd samenbalde, de vorm aannam van een schitterende kroon, en een wilde, onaardse gloed op mijn gelaat weerkaatste. Wat ik uitademde, strekte zich uit tot een vlammend gewaad, dat mijn vorm omhulde, waardoor ik er net zo uitzag als alle andere geesten op deze plek. Ik werd mij ervan bewust dat mijn hersenen op een vreemde manier verzadigd waren met die dingen. En elk gebied van mijn hersenen werd onderworpen aan een invloed van buitenaf, die leek te werken door volledig en totaal bezit van mij te nemen.”

Feestuitspattingen in de hel

“Ik gaf mijzelf over aan de aantrekkelijke invloeden, die om mij heen waren, en ik probeerde mijn hunkerende verlangens naar genot te bevredigen. Ik zwelgde, ik feestte, ik mengde me in de wilde, wellustige dans, ik plukte de glanzende vruchten, ik dompelde me onder in de hete, brandende stromen, en probeerde mijn natuur te bevredigen met datgene wat aan de buitenkant heerlijk en uitnodigend leek voor het oog en de zintuigen. Maar toen ik van deze dingen genoot, was alles afschuwelijk, en veroorzaakte het alleen maar meer pijn! En de oneindige verlangens gaan hier voortdurend achter dingen aan, die niet echt zijn. Waar mijn ogen zich in verrukten, waar ik naar hunkerde, ging ik verafschuwen; dat waren precies de dingen, die me kwelden. Mijn eetlust werd bedorven en onsmakelijk, en mijn honger onbevredigd en onverzadigbaar. Ik hunker naar elk object dat ik waarneem, ik grijp het midden in teleurstelling, en verzamel het met toenemende pijn.
Met elke nieuwe ervaring, die wordt toegevoegd, word ik ondergedompeld in een onbekende fantasie, delirium en roes. Nieuwe en vreemde fenomenen manifesteren zich voortdurend, waardoor delirium [waanzin, verwardheid] aan delirium wordt toegevoegd, en angst aan angst. Het lijkt alsof ik een deel word van alles wat mij omringt.
Telkens wanneer ik stemmen hoor spreken, barst mijn eigen stem ongecontroleerd uit mijn mond, en voeg ik me bij hun gesprekken. Ik lach, filosofeer, hoon, laster en bespot om beurten, maar elke beledigende zin, hoe onzuiver ook, sprankelt van geestigheid, gloeit van metafoor, en is versierd met elke retorische verfraaiing.
De metaalertsen, de wuivende bomen, het glanzende fruit, de bewegende fantasieën, de misleidende wateren, lijken allemaal een oogverblindend en spottend schouwspel te vormen. Ik zie ze de hele tijd! Elke gedachte wordt beantwoord door dit spottende landschap, alsof elke weerspiegeling van mijn hart een tegengestelde, spottende tegenhanger heeft. Innerlijk hunker ik ernaar om mijn honger en dorst te stillen, maar deze verlangens creëren buiten mij, en om mij heen, een verleidelijke illusie van koel water, dat ik nooit kan drinken, weelderige vruchten, die ik nooit kan proeven, verfrissende briesjes, die ik nooit kan voelen, en vredige slaap, waarvan ik nooit kan genieten. Ik weet dat de verbazingwekkende, bizarre vormen om mij heen niet zijn wat ze lijken te zijn, maar toch lijkt elk object een heersende macht te hebben, en om te domineren met wrede betovering over mijn verwarde geest.”

De wet van kwade aantrekkingskracht

“Ik ervaar de kracht van de wet van de kwade aantrekkingskracht. Ik ben de slaaf van disharmonische, bedrieglijke elementen en van hun overheersende slechtheid. Elk object trekt me om beurten aan. De gedachte aan geestelijke vrijheid sterft in mijn stervende wil, terwijl het idee, dat ik een deel en een element ben van deze draaiende, rollende nachtmerrieachtige fantasie, bezit neemt van mijn geest.
Dit rijk, gehuld in duisternis, is een zee van perverse en zieke magnetische elementen. Hier ontvlammen lust, trots, haat, hebzucht, eigenliefde, ambitie, twist, godslastering en zwelgen in waanzin tot een brandende vlam. En wat voor soort kwaad dan ook, dat niet bij de ene geest hoort en van de andere komt, hoort bij en komt van een andere, zodat de gecombineerde kracht van het kwaad van alle geesten de overheersende wet is. Ik ben gebonden door en besta in deze controlerende macht van het kwaad.
De geesten die hier wonen, zijn zij die op aarde de armen onderdrukten, de arbeiders van hun loon beroofden, en de vermoeiden met zware lasten vastbonden. Er zijn ook mensen, wiens religieuze geloof niet echt was, samen met de huichelaar, de overspelige, de moordenaar, en degenen die zelfmoord pleegden, die niet tevreden waren met hun leven in hun sterfelijke lichaam en daarom hun eigen leven beëindigden.”

De dwaasheid van zelfmoord

“Als de mensen maar wisten, dat ze zeker in deze vreselijke plaats zouden vallen, als ze onvoorbereid zouden sterven, dan zouden ze zo lang mogelijk in hun aardse lichamen willen blijven. Ze zouden die tijd nooit willen inkorten, ongeacht hoeveel problemen ze in hun leven hadden. In plaats daarvan zouden ze de korte, vluchtige tijd, die ze hadden, verstandig gebruiken om de toestand van hun ziel te verbeteren.
Hier zijn onze zintuigen oneindig veel scherper dan toen we op aarde waren. Wat voor iemand in een sterfelijk lichaam aanvoelt als een ‘steek’, hier dringt die steek door tot in de elementen van ons wezen, en wordt de pijn eigenlijk een deel van ons. Omdat de mens in dit onsterfelijke rijk niet langer de beperkingen van een fysiek lichaam heeft, heeft hij een enorm superieur uithoudingsvermogen vergeleken met hen, die nog in hun fysieke lichaam zijn. Maar tegelijkertijd is hun geweten onderworpen aan veel meer lijden dan diegenen, die nog in hun fysieke lichaam zijn!”

Het resultaat van de overtreden wet

“Marietta, ik denk dat het zinloos is om te proberen uit te drukken hoe betreurenswaardig onze toestand is. Ik vraag vaak: ‘Is er geen hoop?’ En mijn gevoel antwoordt: ‘Hoe kan er harmonie bestaan te midden van verdeeldheid? We waren gewaarschuwd voor de gevolgen van de weg, die we gekozen hadden toen we op aarde leefden! Maar we hielden meer van onze eigen wegen dan van de wegen van verlossing! Zo zijn we in deze beangstigende plaats gevallen. Wij zijn de auteurs van ons verdriet. God is rechtvaardig en goed! We weten dat we niet lijden, omdat onze Schepper wraakzuchtige wetten tegen ons heeft uitgevaardigd. Marietta, de ellende die we doorstaan, komt door de toestand van onze zielen. Als we Gods morele wetten niet hadden overtreden, zouden onze zielen in harmonie en gezondheid zijn gebleven. O zonde! Jij bent de ouder van onmetelijke ellende! Jouw subtiele en kwaadaardige vallen hebben ons in de val gelokt, en ons van de vrede van de hemel en de Verlosser afgehouden! Waarom houden mensen van jouw wegen?”

Op dat ogenblik richtte deze geest, die ik op aarde gekend had, haar wilde, wanhopige ogen op mij. Ik deinsde terug voor haar vreselijke blik, want haar aanblik toonde een onuitsprekelijke marteling. Terwijl zij zich tot mij richtte, bewoog zich om haar heen een menigte van verlaten [ellendige, berooide, behoeftige] geesten, die hun ware gevoelens trachtten te onderdrukken, terwijl zij haar over de werkelijkheid van hun lijden hoorden spreken.

Land van hopeloosheid

Hun verschijning, haar toespraak en de scène, die zich voor mij afspeelde, vervulden mij met afschuw, en ik trachtte te ontsnappen. Toen ze dit ontdekte, leek haar verdriet zich te verdiepen, en ze zei haastig: “Nee, Marietta, verlaat me niet! Kun je het niet even uithouden om te zien en te horen wat ik voortdurend doormaak? Blijf bij me, want ik wil je veel dingen vertellen! Werd je opgeschrikt door deze scènes? Dan moet je weten dat alles wat je om je heen ziet slechts de oppervlakte raakt van veel dieper en donkerder verdriet. Marietta, er leven geen goede of gelukkige wezens onder ons.
Alles op deze plek, zowel in ons als om ons heen, is duisternis. Soms durven we te hopen op verlossing. We herinneren ons nog de verhalen, die we hoorden over de verlossende liefde van Jezus Christus, de Messias, en we vragen ons af: ‘Kan die liefde doordringen in deze plaats van somberheid en dood? Mogen we ooit hopen bevrijd te worden van die verlangens en neigingen, die ons als ketenen binden, en van die hartstochten, die branden als verterende vuren in de onheilige elementen van deze ellendige wereld?’”
Overweldigd door haar diepe gevoelens werd ze door verdriet overmand, en ze sprak niet meer.

Herinnering aan verloren kansen

Toen kwam een andere geest naderbij, richtte zich tot mij, en zei: “Ga, laat ons aan ons lot over! Jouw aanwezigheid doet ons pijn! Het herinnert ons alleen maar aan onze gemiste kansen, hoe we ons overgaven aan die neigingen, die onze zielen omhulden, en ons als een magneet naar het kwaad trokken, en onze geesten doordrongen met de dodelijke corrumperende invloed ervan.” Op dit punt pauzeerde deze geest even en ging toen verder. “Nee, wacht! Ik word onder druk gezet door iets dat ik niet begrijp. Ik wil onthullen wat we hebben geleerd, sinds we hier zijn onder de macht en de invloed van het kwaad, de manier waarop het de geest van de mens aantrekt.
Terwijl de mens in een menselijk lichaam leeft, is de aantrekkende kracht van het kwaad uiterst subtiel, bedrieglijk. Op het moment van de dood, verlaat de geest van een mens zijn natuurlijke, fysieke lichaam. Welnu, deze geest, die onzichtbaar was in de natuurlijke wereld, is zichtbaar voor andere gelijksoortige geesten. Dat wil zeggen, de geesten van de mensen die stierven, kunnen elkaar zien, en zelfs hun kenmerken, hun aard (zowel de kwade als de goede) zien. Die geesten zien alles wat er in elkaar omgaat; niets is verborgen! Die dingen komen uit de diepte. Ze ontvouwen zich vanuit de ziel. Ze omvatten alles, doordringen alles, beheersen en inspireren alles.
Stervelingen verzetten zich tegen deze waarheid. Zij redeneren dat er, vanwege de liefde en goedheid van God, geen lijden kan zijn in de geest van de mens, maar alleen in zijn vlees. Deze onjuiste redenering schrijft het kwaad aan God toe, want kwaad en lijden bestaan zowel onder vlees en bloed op aarde als hier onder ons in het geestenrijk, waar het domineert. De oorzaak hiervan is duidelijk, maar toch proberen mensen dit principe te verwerpen.”

De oogst van de zonde

“Wanneer de harmonische werking van de wet wordt genegeerd, en de wet wordt misbruikt of genegeerd, volgen er slechte gevolgen. Door in strijd met de wet te handelen, brengt de mens een tegengesteld effect teweeg van wat gepland was. Dat wat voor het leven was bestemd – dat wat hem had moeten vervolmaken – brengt door verkeerd gebruik de dood. Dus zonde of het overtreden van de wet diskwalificeert de mens voor een juiste ontwikkeling. De overtreder, die uit de harmonie is verwijderd, sterft aan (houdt op te bestaan door) de wet van vrede en heilige ontwikkeling. Deze grote en onherroepelijke waarheid manifesteert zich op elk gebied van fysieke en morele handelingen, wanneer er een obstructie tegen de wet is. Ja, we hebben de vruchten van de gebroken wet bij ons in een overvloedige en angstige oogst.”

Te laat voor berouw

“Waarom redeneren stervelingen niet, en zoeken ze de ware en volledige gevolgen van hun handelingen niet uit, vóórdat ze handelen? Ze zouden aan deze verschrikkelijke gevolgen kunnen ontsnappen, door de groei van het kwaad te voorkomen, en door zich aan God vast te houden, zoals Jezus hen leerde. Marietta, jij bent niet een van ons, anders zouden deze elementen je hebben omhuld, en je leven hebben opgeslokt. Maar je zult terugkeren naar de rijken van Vrede. Alleen al het noemen van rijken, waar liefde, zuivere liefde en blijvende vrede is, zorgen ervoor dat waanzin en plotselinge verwardheid in ons opkomen en woeden.
Deze dingen worden jou verteld, omdat je naar de aarde zult terugkeren. Vertel haar bewoners wat je gezien hebt, en waarschuw hen voor het gevaar dat degenen wacht, die volharden in het bevredigen van hun onzuivere verlangens!”

Herkenning in de hel

Eén afschuwelijke, echt smerige aanblik sloot de scène af. Overweldigd, werd ik onmiddellijk verwijderd! Ik wist dat wat ik had gezien echt was, en kende die geesten, toen ze nog op aarde leefden. En toen ik hen in de hel zag, herkende ik hen nog steeds. Oh, wat waren ze veranderd! Ze waren de belichaming van verdriet en berouw. Hoe vurig verlangde ik dat zij zouden ontsnappen, rein zouden worden, en een erfenis zouden krijgen met die gezegende geesten, die ik bezocht in het Paradijs van de Vrede.

Wordt vervolgd, Hoofdstuk 13 De toespraak van de valse filosoof

 

Deel het vrijelijk

Elk gezin, iedereen, zou het moeten kunnen lezen! In elke school en zondagsschool zou het een plaatsje moeten krijgen. Waar het gelezen wordt, kan ongeloof maar weinig invloed hebben. Bijzonder geschikt voor gebruik in gezinnen en op scholen, om de eerste indrukken in de nog jonge geest te vormen. Ik beveel het daarom van harte aan gelovigen en niet-gelovigen aan.

 

Bron:

https://eindtijdnieuws.com/the-visions-of-marietta-davis-presented-in-contemporary-english-pdf/

You may also like