Corrie ten Boom: “Jullie zijn de enige mensen in de wereld, die demonen kunnen uitdrijven in de naam van Jezus.” Corrie bad om wijsheid, en zij leerde van haar fouten. Verder, Gods engelen zijn dienende geesten, die naar deze planeet worden gestuurd voor jouw en mijn hulp.
Eindtijdnieuws.com
6 februari 2025
Hier heb ik een handschoen….
Een handschoen kan niets. Het kan niet schrijven. Het kan geen brood snijden. Het kan helemaal niets. Maar nu kan het zelfs piano spelen… Ik weet dat het niet de handschoen is die piano kan spelen, maar de hand in de handschoen.
Wij kunnen niets doen. Zonder Jezus kunnen we niets. Maar met Hem kunnen we alles.
Nu zie je dat als mijn hand alleen maar in het midden van deze handschoen zit, de handschoen ook niets kan doen. En ik geloof dat de Bijbel daarom zegt, een van de beste geboden: “Wordt vervuld met de Geest”. En vergeet niet dat de Bijbel geen suggesties heeft, maar geboden.
Allereerst lees ik voor jullie Efeziërs 6:10-20, in de vertaling van Phillips: ‘Ten slotte, wees sterk – niet in uzelf, maar in de Heer, in de kracht van Zijn grenzeloze bron. Trek de volledige wapenrusting van God aan, zodat je alle aanvalsmethoden van de duivel met succes kunt weerstaan. Want onze strijd is niet tegen een fysieke vijand, maar tegen organisaties en machten, die geestelijk zijn.’
Ik las ergens dat het aantal demonen op deze planeet ongeëvenaard is
‘We moeten het opnemen tegen de onzichtbare macht, die deze duistere wereld beheerst, en tegen geestelijke agenten van het hoofdkwartier van het kwaad. Daarom moeten jullie de hele wapenrusting van God dragen, zodat jullie in staat zijn om het kwaad te weerstaan in de dag van zijn macht, en dat jullie, zelfs als je tot staan hebt gevochten, nog steeds stand kunnen houden.
Neem dan je positie in met de waarheid als gordel (‘Wie is onze waarheid?… Jezus’), gerechtigheid als borstschild (‘Jezus is onze gerechtigheid’), het evangelie van vrede stevig aan je voeten (‘Jezus is onze vrede’), verlossing als onze helm (‘Jezus is onze verlossing… Hij in ons, wij in Hem’), en in je hand het zwaard van de Geest, het Woord van God. Zorg er vooral voor dat je het geloof als schild neemt, want dat kan elke last raket, die de vijand naar je toe slingert, de kop indrukken. Bid te allen tijde met elke vorm van geestelijk gebed, blijf alert en volhardend terwijl je bidt voor alle mannen en vrouwen van Christus. En bid ook voor mij, dat ik hier vrij mag spreken, om het geheim van het evangelie bekend te maken, waarvoor ik als het ware een geketende ambassadeur ben. Bid dat ik erover mag spreken, zoals mijn duidelijke en vanzelfsprekende plicht is.’
We hebben een enorme taak in deze wereld!
En het is goed dat we ons realiseren dat we midden in een geweldige strijd staan. Enige tijd geleden hield ik een toespraak voor mannen in Duitsland. We hadden een goed uur. We luisterden samen naar wat de Heilige Geest ons te vertellen had. Nu weet ik dat de helft van deze mannen Baptist was, en de andere helft Luthers. Toen ik klaar was, hadden we een gesprek, en een van hen vroeg mij: “Vertel me eens, wat vindt u van de juiste manier van dopen?” Ik dacht: ‘Ik weet niet waar die vraag vandaan komt. Ik ben bang dat het uit de hoek van de vijand komt.’ Weet je, ik wist dat als ik het ene zou zeggen, dat de helft van de mensen mijn hele toespraak zou weggooien, omdat ik het niet eens was met hun doctrine van de doop. Als ik iets anders zou zeggen, dan zou de andere helft tegen mij zijn.
Dus ik bad om wijsheid….
En ik ben zo blij met een cheque die in mijn naam was geschreven, en door Jezus Christus was ondertekend. In Jakobus 1:5 schreef Hij een cheque uit, die ik altijd zou mogen inwisselen: “Als iemand van u niet weet hoe hij een bepaald probleem moet aanpakken, hoeft hij het alleen maar aan God te vragen – die ruimhartig aan alle mensen geeft, zonder hen een dwaas of schuldig gevoel te geven – en hij kan er zeker van zijn dat hem de nodige wijsheid zal worden gegeven.” Is dat niet goed? Tjonge. “Maar hij moet het vragen in oprecht geloof, zonder heimelijke twijfels of hij Gods hulp echt wil of niet.” Ik weet nooit wie er gevoel voor humor heeft. Of deze Phillips, of Jakobus of de Heilige Geest. Ik denk alle drie. Ik weet zeker dat ze het alle drie hebben. “De man die op God vertrouwt, maar met een innerlijke reserve, is als een golf van de zee, die het ene moment door de wind vooruit wordt gedragen en het andere moment weer terug wordt gedreven.”
Ik zeg: ‘Vader, U hebt gezegd.’ Hij heeft me nu gegeven. Ik weet dat God het fijn vindt als we met vrijmoedigheid bidden en zeggen, ‘Vader, U hebt gezegd’. God heeft het gemeend met Zijn beloften, en Hij houdt ervan als wij het ook menen met Zijn beloften.
De Heer gaf me wijsheid
Ik zei: “Nu, sla je Bijbel eens open bij Markus 16, vers 15, waar de Heer Jezus zegt: ‘“Jullie moeten uitgaan naar de hele wereld en het evangelie verkondigen aan de hele schepping. Wie het gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie het niet gelooft, zal veroordeeld worden. Deze tekenen zullen hen volgen die wel geloven: ze zullen boze geesten uitdrijven in Mijn naam; ze zullen met nieuwe tongen spreken; ze zullen slangen opnemen, en als ze iets giftigs drinken, zal het hun geen kwaad doen; ze zullen zieken de handen opleggen en ze zullen genezen”. Na deze woorden aan hen werd de Heer Jezus opgenomen in de hemel, en troonde Hij aan de rechterhand van God. Ze gingen erop uit en predikten overal. De Heer werkte met hen samen, en bevestigde hun boodschap door de tekenen, die volgden’.
De Heer vertelt ons hier drie dingen:
Het eerste is om het evangelie te brengen, dan te dopen en dan de macht over demonen en ziekten. Ik zei: “Mag ik je vragen hoe ver je bent met de eerste van de drie? Heb je je uiterste best gedaan om het evangelie over de wereld te brengen met je gebed, je beurs, je getuigenis? Ben je daar nog niet klaar mee? Hoe zit het met het derde? Heb je demonen uitgedreven, heb je zieken de handen opgelegd? Heb je al deze drie dingen gedaan, ben je daar nog niet klaar mee, of is er nog iets over? Nu, wil je nu eerst één en drie doen, en alles doen wat je kunt om het evangelie over de wereld te brengen, en dan de zieken de handen opleggen en demonen uitdrijven? En als je daarmee klaar bent, kom dan naar mij en ik zal je vertellen wat ik denk over nummer twee. En toch kan ik je maar één ding vertellen over dat systeem, en dat is dat Jezus ons dit grote voorrecht en deze zegening niet heeft gegeven om ruzie over te maken, maar om ervan te genieten.”
Nu, ze glimlachten, en de beide helften waren nog steeds bij me.
Wij zijn de enige mensen in de wereld….
Nu, in deze tijd is het heel belangrijk dat we begrijpen, dat er een geweldige strijd gaande is tegen de vertegenwoordigers van het hoofdkwartier van het kwaad, en jij en ik staan in de frontlinie, en jij en ik zijn de enige mensen in de wereld, die demonen kunnen uitdrijven in de naam van Jezus. Beseffen jullie dat? Communisten kunnen dat niet. Beëlzebub wil het niet doen, dus jij en ik moeten het doen.
Ik heb een klein boekje geschreven, ‘Verslagen vijanden’, waarin ik vertel over wat ik heb ervaren van een volgeling van demonen. Dit is geen demonologie, dit is geen theorie, het is gewoon wat ik heb ervaren toen ik over de wereld trok, en ik moest spreken en preken, en zieken de handen opleggen, en het evangelie brengen, en over de wereld trekken als zwerfster voor de Heer. En ik realiseerde me helemaal niet dat we de taak hebben om demonen uit te drijven. O ja, ik had het ervaren, toen ik in het concentratiekamp was, waar we samen waren in een vreselijke plaats, waar mensen getraind waren in wreedheden, waar de demon van haat in de harten van veel mensen was. Betsie en ik waren daar samen met 700 gevangenen in een hele kleine kamer. En deze arme gevangenen waren vaak zo nerveus en ook te bang. We moesten met z’n tweeën of drieën op heel kleine veldbedden slapen. En soms was het alsof er een golf van haat en duisternis over die kamer kwam, en de mensen begonnen te vechten. Het was een heel groot gevaar op zo’n kleine plek. En ik zal nooit vergeten hoe mijn zus zich toen gedroeg.
Op een dag hoorde Betsie dat ze met elkaar aan het vechten waren….
En de een zei: “Ik schop je uit bed en ik help je niet langer om zo tegen mij aan te liggen”, en toen zei Betsie: “Laten we bidden”. En Betsie begon te bidden. Toen ze aan het bidden was, was het alsof een storm ging liggen, en het werd helemaal, en toen stopte ze. We wisten dat er demonen om ons heen waren, en we hadden er nog nooit over nagedacht om demonen uit te drijven. Maar we lazen in het kleine verboden boekje dat we hadden, de Bijbel, dat we demonen mogen en moeten uitdrijven, en dan waren er demonen die niet gaan zonder te vasten. En Betsie zei: “Hoe zit het als we gewoon ons vasten geven, en dat de vijand ons te pakken krijgt, dat we dat teruggeven aan de Heer, en zeggen “Heer, het is niet onze wil, maar we vasten, maar moge U het gebruiken Heer”. Ik ben zo blij dat God nooit een theologisch onderzoek van je vraagt, voordat Hij je helpt. Het wordt gewoon begrepen. En Hij deed het. Em we kregen macht over demonen.
Na die periode in mijn leven dat ik daar gevangen zat, moest ik de wereld over….
In mijn boek ‘Amazing Love’ kun je lezen hoe ik voor het eerst oog in oog kwam te staan met demonen. Ik had gesproken over dat we meer dan overwinnaars zijn door Jezus Christus, en dat Gods beloften de grootste realiteiten zijn. En onze problemen zijn het materiaal voor God om Zijn wonderen mee te bouwen. En als we een groot wonder nodig hebben, moeten we God onze onmogelijkheden geven. Het was een hele mooie preek.
De volgende dag kwam er een vrouw naar mij toe met haar dochter, die door demonen gebonden was….
En ze zei: “Geloofde je wat je gisteren zei?” Ik zei: “Ik heb je gezegd dat ik elk woord geloofde.” Ze zei: “Oké, hier is mijn dochter, ze is bezeten [gebonden] door een demon van angst.” Op het moment dat ze een geluid hoorde, zelfs wanneer iemand de kraan opende in het huis, dan kromp dat meisje ineen van angst en verborg haar gezicht op de schoot van haar moeder. Het was een meisje van 15 jaar oud. Ze zei: “Kun je de demon uitdrijven?” Ik zei: “Nee, dat is niet mijn werk.” “Oh ja,” zei ze, “dat dacht ik al. Het was heel mooi wat je zei in je praatje, maar je gelooft het zelf niet.” Ik zei: “Ik geloof het.” En toen zei ik: “Oh, Heer, ik geloof het, ik geloof het, maar wat moet ik doen? Heer, ik moet geen demonen uitdrijven… dat is niet mijn werk. Of, is het Uw wil?” En toen zei de Heer: “Ja.” En ik zei tegen de moeder: “Geloof je?” en ze zei: “Ja, ik geloof de Bijbel, en ik geloof Markus 16.”
Toen sprak ik tot de demon in dat arme meisje
Ik vroeg dat meisje: “Hou je van de Here Jezus?” Ze zei: “Ja, maar Hij moet me vrij maken.” Ik zei: “Ja, Hij zal je bevrijden.” En ik zei tegen de demonen: “In de naam van Jezus, verlaat dat meisje.” En de moeder en het meisje gingen weg, en dat meisje was net zo gebonden door demonen als voorheen, en ik was teleurgesteld en gefrustreerd.
Ik ging naar het huis van de voorganger
Dus ging ik naar zijn studeerkamer. Ik zei: “Voorganger, ik heb dit meegemaakt. Het spijt me zo. Ik geloof in de Bijbel. Ik geloof dat de beloften van de Heer de grootste werkelijkheid zijn, maar ik denk dat mijn geloof niet sterk genoeg was. Wilt u het doen?” Hij zei: “Wat bedoel je?” Ik zei: “U moet deze demon uitdrijven.” Hij zei, “Ik denk er niet over! Ik heb dat nooit eerder gedaan.” Ik zei, “Maar, maar voorganger, u moet het doen.” Ik zei, “Voorganger, open uw Bijbel en lees Markus 16.” Ik zei: “Lees het hardop.” En hij las het. En hij las: “Gaat heen in de gehele wereld en verkondigt het evangelie aan de hele schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal verdoemd worden. En deze tekenen zullen hen volgen die geloven: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven.” En hij zei: “Oh, Heer, dat heb ik nooit geweten. Vergeef mij. Vergeef me, Heer. Dit meisje is niet de enige in mijn gemeente. Er zijn er meer, Heer, ik heb nooit eerder gezien dat ik hier een plicht heb.”
En ik had vreugde in mijn hart!
Ik dacht: “Nu weet ik waarom ik die nederlaag moest hebben. Ik moest naar die voorganger gaan. Ik begreep een beetje Gods kant van het borduurwerk. Die volgende dag kwam de vrouw met haar dochter, en zei: “Op het moment dat ik weer over de drempel van ons huis stapte, was de demon van mijn dochter verdwenen.” En ze was absoluut vrij. Waarom wachtte God met de bevrijding van dat meisje? Omdat ik naar die voorganger moest gaan om dat gesprek te hebben. Dat was een bemoedigend begin.
Napoleon zei ooit, “Ik kan jullie één ding beloven: als jullie Napoleon volgen, vechten jullie voor een generaal, die nog nooit een veldslag heeft verloren.” Maar hij verloor de laatste slag.
Als we in het leger van de Koning der koningen zijn, vechten we voor een Koning, die nooit een veldslag heeft verloren, en die nooit een veldslag zal verliezen, en elke knie zal zich voor Hem buigen. En aan onze zijde staan een machtige Hogepriester en legioenen engelen! En we hebben een Boek dat bijna barst van het goede nieuws. En we staan in de kracht van het bloed van Jezus.
Dit boek vertelt ons dat we overwinnen door het bloed van het Lam, en het woord van ons getuigenis. En we hebben de autoriteit van de naam van Jezus. En zoals een verkeersagent gezag heeft over de wet achter hem, en als je hem niet gehoorzaamt krijg je een bekeuring, zo hebben jij en ik het gezag van Jezus’ naam. En als een demon je niet gehoorzaamt, dan geef je hem een bekeuring. Hij [Satan] is een verslagen vijand. Jezus kwam om de werken van de duivel [Satan] te vernietigen. We moeten de overwinnende kant uitbreiden.
In Duitsland was er een meisje, dat nogal ziek was….
En een broeder kwam naar haar toe, en zei: “Geloof je in de Bijbel?” Ze zei: “Ik geloof de Bijbel van kaft tot kaft.” “Als we in Markus 16 lezen, waar Jezus zegt, ‘In Mijn naam zult gij zieken de handen opleggen en zij zullen genezen,’ geloof je dat dan?” “Oh, ja,” zei ze, “dat heb ik nooit eerder gehoord. Ik wist niet dat dat in de Bijbel stond, maar ik geloof het, omdat het in de Bijbel staat.” En hij legde haar de handen op en ze was genezen. En ze was zo blij! Ze rende naar haar voorganger. Ze zei: “Voorganger, wist u dat, dat het in de Bijbel stond? En broeder zo-en-zo heeft het gedaan, wat je kunt lezen in Markus 16, waar Jezus zei: ‘In Mijn naam zul je zieken de handen opleggen en zij zullen genezen’”. En de voorganger zei: “Beste mevrouw, het spijt me zo dat ik u moet vertellen dat Markus 16 aan de Bijbel is toegevoegd, lang nadat het origineel was geschreven.” [Dit is natuurlijk een leugen van de vijand.]
Ze was erg teleurgesteld. Maar plotseling zei ze: “O my, wat een boek is de Bijbel, dat zelfs een toegevoegde belofte zoveel kracht heeft dat ik genezen ben!”
Mijn vrienden, als we handelen naar de woorden van God, gebeuren er wonderen in ons, en God waakt over Zijn werk om het uit te voeren.
Ik schreef eens in mijn kleine krant wat iemand zei, die werd gevraagd: “Gelooft u dat Jona in de maag van de walvis was?” En hij zei: “Ja, dat geloof ik, en als de Bijbel had gezegd dat de walvis in de maag van Jona was geweest, had ik het ook geloofd als het in de Bijbel stond.” Ja, het is goed om te handelen naar het Woord van God. Maar het is ook heel noodzakelijk dat we het Woord van God gehoorzamen. “Drijf demonen uit in Mijn naam”, zei Jezus.
Ik ben zo blij dat in de wapenrusting van God ook bidden zit. Ik geloof dat het in mijn boekje ‘Not Good If Detached’ staat. Maar ik vertel jullie dat ik in een kleine conferentie in Duitsland was, van wat jullie hier de Christian Fellowship noemen. Tien studenten, Christenen, hadden tien niet-christenen meegenomen. En ik moest zaterdagavond spreken, en drie keer op zondag. Op zaterdag, nadat ik gesproken had, nam elke student één van de niet-christenen mee, en maakte een wandeling met hen, en ze zeiden: “Corrie, niet één van hen heeft je boodschap aangenomen. Maar we zullen bidden. We zullen deze nacht bidden, en we zullen morgen bidden, en we zullen achter je staan met onze gebeden.”
God deed wonderen die zondag, toen de mensen baden en de duivel niet veel kracht had om ertussen te komen. En ’s avonds hadden 8 van de 10 mensen een keuze gemaakt voor de Heer Jezus, wat de engelen in de hemel deed jubelen. Ik ging heel blij en dankbaar en uitgeput naar mijn slaapkamer. De Duitsers hebben heel grondig nagedacht, en tussen de drie samenkomsten had ik heel veel gesprekken. Ik was zo blij met wat de Heer had gedaan!
Maar toen ik in mijn kamer kwam, volgde Trudy mij. En Trudy zei: “O, Corrie, ik moet je bedanken, wat je voor mijn Otto hebt gedaan. Hij was zo somber.” Hij was een medisch student, en haar verloofde was ook een medisch student, en ze zei: “O, hij was zo somber en ongelukkig, en nu heeft hij de Here Jezus aangenomen en is hij zo blij en vol vreugde.” Ik zei: “Nu wil ik de Heer loven en danken. Maar hoe zit het met jou, Trudy?” Ze zei: “Ik kom niet om over mezelf te spreken. Ik zal over Otto spreken.” Ik dacht: ‘Oké,’ en ik praatte over Otto.
Maar plotseling, midden in ons gesprek, wendde ik me tot haar, of beter gezegd tot de demonen in haar, en ik zei: “In de naam van Jezus beveel ik jullie demonen uit dit meisje te gaan. Ze is niet gekocht door jouw bloed, maar door het bloed van Jezus Christus, die alles voor haar heeft betaald aan het kruis van Golgotha. Ik beveel je om haar te verlaten, en ik verbied je om terug te komen of om in iemand anders te komen. Ga naar de plek waar Jezus zegt dat je heen moet gaan.”
Ik heb nog nooit zo’n verandering op het gezicht van een mens gezien. Vanuit de duisternis kwam ze in het licht, en ze riep: “Ik ben vrij, ik ben vrij, is er hoop voor mij? Ik wist het niet!”
En toen vertelde ze me dat ze van plan was geweest om de volgende dag zelfmoord te plegen. En ik kon nauwelijks…. ik stond te trillen op mijn voeten. Ik wist niets van haar en ik had zelfs niet kunnen onderscheiden, dat ze door demonen bezeten [gedemoniseerd, gebonden] was. En toen ze weg was, dacht ik, ‘Ik moet bidden, ik moet er met iemand over praten’.
Ik rende naar beneden, en in de hal waar we onze bijeenkomst hadden, zag ik al diezelfde studenten op hun knieën zitten. En ik zei: “Ik kom jullie vertellen dat Trudy bevrijd is.” Ze zeiden: “We wisten het.” Ik zei: “Wat wisten jullie?” Ze zeiden, “We wisten dat ze door demonen gebonden was, en toen ze naar je kamer ging, gingen we bidden. En we baden: “God, gebruik Corrie Ten Boom om dat meisje te bevrijden.” En na een tijdje ging ons gebed plotseling over in lof en dank, en wisten we dat ze vrij was.”
Zie je nu wat bidden betekent?
Ik wist niets over dat meisje. Maar er waren studenten, die aan het bidden waren. En ik was erg blij met deze ervaring. Ik heb over de hele wereld een gebrek aan kennis ontdekt onder theologen, onder bijbelstudenten in de seminaries, in de bijbelscholen…. De mensen leren niet om demonen uit te drijven. En ik moet zeggen dat de Pinksterkerk hierin veel verder is dan de andere kerken. Maar meer nog, nu komt er ook een verschil in de andere kerken. Maar, mijn vrienden, vergeet niet dat je in deze tijd demonen moet uitdrijven. En jullie kunnen het! Niet vanwege je geloof, want dat is heel klein, misschien niet groter dan een kokosnoot, misschien zelfs niet groter dan een mosterdzaadje. Maar dat doet er niet toe. Het kan bergen verzetten. En je hebt de autoriteit van de naam van Jezus, en je staat in de kracht van Zijn bloed.
Misschien zul je zeggen: “Luister, ik kan begrijpen als je over het zendingsveld gaat dat je veel mensen vindt, die door demonen bezeten zijn, maar je bent hier in Amerika.” Hebt u nooit iemand in uw counselingkamer gehad, die zei: “Oh, ik wilde zo graag de Here Jezus aannemen, maar ik kan het niet. Ik ben er niet toe in staat. Op het moment dat ik aan Here Jezus vraag: ‘Kom in mijn hart’, is het alsof er iets tussen Hem en mij in komt te staan.”
En de mensen zeggen dat ik altijd vraag. Dan vraag ik: “Heer, wat is er mis? Wat is er in het leven van deze persoon, die gered wil worden, maar het niet kan?”
Wanneer je op het grondgebied van de vijand bent, ben je in hun macht.
Nu, als je voor je plezier naar een waarzegger gaat, of je wordt gevraagd om de lijnen in je hand te geloven… dan kan ik je vertellen dat je in het gebied van de vijand bent. En je bent dan in groot gevaar.
En dan vertelt de Heer me welke vraag ik moet stellen….
Dan zeg ik: “Wanneer ben je naar een spiritistische bijeenkomst geweest?” Of ik vraag: “Wanneer ben je naar een waarzegster geweest?” En ik vraag nooit of ze naar een waarzegster zijn geweest, of ze naar een spiritistische [paranormale, occulte] bijeenkomst zijn geweest. De Heilige Geest leert je onderscheidingsvermogen. Het antwoord is bijna altijd hetzelfde. “Oh, ja, het was toen en ik heb het gedaan, maar ik deed het gewoon voor de lol.”
En dan vertel ik hen over Oost-Duitsland. In Oost-Duitsland ligt de grens tussen west en oost soms midden in het bos. Nu, als je in dat bos loopt, en je bent niet op je hoede, dan is het mogelijk om heel gemakkelijk in het oostelijke deel van dat bos in Duitsland terecht te komen. En vooral als je een spel had, en dan ben je aan het spelen, en plotseling ben je aan de verkeerde kant van de grens, dan komt de politie en grijpt je: “Kom maar mee naar het politiebureau.” Denk je dat het je helpt als je zegt: “Oh, neem me niet kwalijk, maar we waren gewoon aan het spelen?” Nee.
Nu geloven de mensen dat niet altijd, dus is het het beste dat we de Bijbel laten spreken. En dan vraag ik hen altijd meteen om hun Bijbel open te slaan en Deuteronomium 18:10-13 te lezen: Onder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar, geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet, is de Here een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de Here, uw God, hen voor u weg. Gij zult onberispelijk staan tegenover de Here, uw God.
Waarom is het een gruwel in de ogen van God?
Omdat ze, in plaats van God om hulp te vragen, de vijand om hulp hebben gevraagd.
Als mensen nu echt serieus zijn, zijn ze al snel gefrustreerd dat ze een gruwel zijn geweest. En dat is goed als ze zo ver zijn. Dan open ik de Bijbel, en geef ik hen het Woord, bijvoorbeeld 1 Johannes 1:7 en 9: maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Dat is reiniging en vergeving. En dan zijn ze vrij, als ze dat doen, en dan kunnen ze de Heer aannemen.
En, oh wat moeten we deze fatsoenlijke zondaars hier in Amerika waarschuwen dat ze niet naar waarzeggers moeten gaan! En ik ontdekte ook dat mijn mensen in groot gevaar zijn, omdat ze niet van deze dingen afweten.
Er was een grote evangelist in Duitsland, een man van God, die machtig gebruikt werd voor duizenden en duizenden zondaars, die gered werden, en duizenden en duizenden Christenen, die door zijn prediking in het overwinnende leven kwamen. Ooit kwam hij naar mij toe, en zei: “O, Corrie, ik heb zo’n vreselijke ervaring gehad. Er kwam een dame naar mij toe, en ze zei: ‘O, maak me vrij, maak me vrij. Ik ben in de macht van de duivel’”. En hij zei: “Ik zag in haar ogen dat ze bezeten was door demonen, en ik legde mijn handen op haar. Op hetzelfde moment viel ik op mijn rug, en was ik een half uur buiten bewustzijn. En toen ik weer bij bewustzijn kwam, was ze weg en had ze zelfmoord gepleegd.”
Ik zei: “Voorganger, kunt u mij in de Bijbel laten zien, waar geschreven staat dat we de demonisch bezetenen [en gebondenen] de handen moeten opleggen?” Leg de handen op de zieken, en drijf de demonen uit. We moeten heel voorzichtig zijn met onze gehoorzaamheid. Dit is nu een man, die geliefd was bij de Heer, die vaak belast was met zielzorg. En enkel door gebrek aan kennis deed deze man zoiets gevaarlijks! Het is tijd om wakker te worden voor een realiteit.
Er is nog een gevaar
Ik weet niet of je ooit het boek van mevrouw Penn-Lewis hebt gelezen, ‘Oorlog tegen de heiligen’. En als je dat boek leest zonder eerst de Heer te vragen om je te beschermen met het bloed van Jezus, dan kom je in grote duisternis. Het is een positief boek, maar er schuilt een gevaar in en het is eenzijdig! Er staat van alles onder de categorie demonenbezetenheid. En ik vond onlangs zendelingen op het zendingsveld, die hetzelfde deden. Ze hebben het altijd over demonen, en over bezetenheid door demonen. Niet alleen op de zendingsvelden, maar zo vaak als een schoonmoeder moeilijk doet, zeggen ze, “Mijn schoonmoeder is bezeten door demonen!”
Wees voorzichtig!
Ik heb nooit demonologie gestudeerd, maar in dit boekje probeer ik het verschil te maken tussen gebondenheid door demonen en bezetenheid door demonen. Bezetenheid door demonen kun je zien. Maar gebondenheid door demonen kun je niet altijd zien. Er is een verschil. Het antwoord is hetzelfde: Drijf de demonen uit in de naam van Jezus. En we overwinnen door het bloed van het Lam. Maar pas op dat je geen reclame maakt voor de vijanden, door altijd maar over hen te praten.
Ik zal nooit vergeten dat Dr. Torrey Johnson naar Nederland kwam om daar een Youth For Christ beweging te starten. En ik heb nog nooit zulke gemene artikelen in de krant gezien, toen ze over Torrey Johnson schreven. Verschrikkelijke dingen! Zo gemeen, zo vuil, en toen hij kwam, waren er geen zalen groot genoeg om de massa mensen te bevatten.
En ik kan jullie vertellen dat als ik hier in Amerika terugkom, en ik zou heel grote bijeenkomsten willen houden, ik sommigen van jullie zou vragen om zo vriendelijk te zijn om tegen mij te schrijven…. en jullie kunnen niet gemeen genoeg zijn! Want deze mensen hebben de beste reclame gemaakt voor Torrey Johnson, en nu is de Youth For Christ beweging in handen van jonge mensen, die gered werden in de eerste samenkomsten van Torrey Johnson. Maar praat daar niet te veel over demonen [want daar houdt Youth For Christ blijkbaar niet meer zo van].
Het is in ‘The Screwtape Letters’ dat deze man, met zijn machtige gevoel voor humor, zegt: “Er zijn twee gelijke en tegenovergestelde fouten, waarin ons ras kan vervallen, wat betreft de duivel: de ene is om niet in hun bestaan te geloven.”
En dat zijn heel veel mensen! Velen geloven niet dat demonen bestaan. En voorgangers, mensen die midden in het hele leger van demonen staan, geloven het niet. Je ziet dat ze bestaan. Wat een geweldige overwinning voor de duivel!
De andere fout is geloven in Satans bestaan, maar een ongezonde interesse in hen voelen. En ik kan je vertellen dat wat ik je vandaag vertel, ik niet overal kan zeggen. Ik kan je vertellen dat wanneer ik deze lezing heb gegeven, mensen naar mij toe komen, en me de spannendste boekverhalen voorschotelen. Maar het is een ongezonde nieuwsgierigheid; hun leven gaat over demonen. En dan gaan ze vertellen wat er met die en die vrouw is gebeurd, wat ze hebben gezien over…. [op een sensationele manier] Ah, het is hysterisch! Zelf zijn ze even blij met beide dwalingen. En zij begroeten een materialist of een magiër met hetzelfde genoegen.
Demonen bestaan! En demonen zijn in de wereld. En ik geloof dat er nu meer zijn dan ooit tevoren. En jij hebt een geweldige taak; je hebt niets te vrezen.
Jullie hebben een geweldige taak, maar zorg ervoor dat je de duivel geen voet aan de grond geeft. Wat bedoel ik daarmee? Ik was in Zuid-Afrika, en ik kreeg een telefoontje van een dame, die zei: “Corrie, kun je even komen, hier is een meisje, bezeten door demonen, en we weten niet wat we moeten doen.” Nu is mijn eerste reactie altijd om “Nee” te zeggen. Als je me vraagt om naar een zieke te gaan en de handen op te leggen, dan zeg ik met grote vreugde: “O ja, dat doe ik.” En het geeft me veel vreugde om zieken de handen op te leggen. Maar als je me vraagt: “Kom en drijf de demonen uit”, dan zeg ik: “Kan hij dat niet doen?”
Wat is er dan? Ben ik bang voor demonen?
De angst voor demonen komt van de demonen zelf. En we hebben niets te vrezen van demonen. Niets. We staan daar zegevierend naast legioenen engelen, en een machtige Hogepriester staat aan onze zijde. Is het omdat het zo verschrikkelijk is om de demonstratie van de macht van de vijand in het leven van een mens te zien? Misschien is het dat. Ik weet niet wat jullie voor ervaring hebben, maar nadat ik gebruikt ben om demonen uit te drijven, ben ik lichamelijk zo moe. En dat heb ik niet als ik zieken de handen opleg. Ik weet niet wat het is, maar ik hou er niet van. En als ik het kan vermijden, doe ik het.
Maar ik weet dat als ik het niet doe, en als jij het niet doet, wie zijn er dan in de wereld die demonen moeten uitdrijven? Er is niemand in de hele wereld, die dat kan, dan een Christen, de Geestvervulde Christenen. En jij kunt het niet en ik kan het niet; wij zijn de ‘handschoenen’. Zie je hoe belangrijk het is om in deze tijd vervuld te zijn met de Heilige Geest?
Dus ik zei: “Ja, ik kom.” En ik nam deze vrouw daarna mee, en zei tegen mijn vriendin: “Zeg, luister, wil je alsjeblieft met je auto komen en me terugbrengen naar dat adres? Daar is een vrouw, die door demonen is bezeten, en ze hebben mij gevraagd of ik de demon wil komen uitdrijven.” En mijn vriendin zei: “Corrie, je weet dat ik altijd voor je klaarsta met mijn auto, maar vandaag kan ik het niet doen. Het is onmogelijk. De hele dag moet ik taarten en cakes bakken voor de kerkvergadering morgen.” Ik legde de hoorn van de telefoon neer. Er waren drie voorgangers in die kamer, waar de telefoon was, en ik wendde me tot de voorgangers. Ik zei:
“Er zijn te veel taarten en te veel demonen in jullie kerken.”
Wat bedoelde ik? Ik weet het niet. [Het was o zo waar wat Corrie zei, maar ze zei dit vanuit een verkeerde hartsgesteldheid.]
En dit was in Zuid-Afrika. In al deze Britse landen zijn deze damesbijeenkomsten slechts demonstraties van hoe ze taarten kunnen bakken, en ze zijn bijna een gevaar. Nadat ik daar een paar weken was geweest, zijn ze mevrouw Corrie ten Boom aan het vetmesten en moet ik op dieet. Maar ik heb er niets op tegen; ik houd van hen. Er is echter een tijd dat we geen taarten moeten bakken, maar demonen moeten uitdrijven! En als alle dames de tijd die ze in hun onderwijs gebruiken, gewoon gebruiken om naar die naaste te gaan, die een eeuwigheid te verliezen of te winnen heeft, en het evangelie te brengen, dan denk ik dat het goed moet zijn. Nu is er een tijd, misschien, voor het bakken van taarten, en ik weet dat het in Amerika niet veel tijd kost, want je hebt alles in één blik. Er zijn te veel demonen in onze kerken!
Wat doe je met een door demonen bezeten of gebonden persoon?
Wees eerlijk! Je stuurt hem naar een psychiater. En hij kan shocks geven, en demonen zijn helemaal niet geschokt. Er is een gevaar daar. Het is tijd om wakker te worden voor de realiteit!
Eén van de voorgangers zei: “Ik zal je naar die dame brengen.”
En ik was daar en er was absolute verslagenheid. Ik kon niets doen. En uiteindelijk vielen de demonen mij aan. Eén demon zei: “Je bent bezeten door het idiote idee dat Jezus een oplosser is.” Ik moest absoluut verslagen vertrekken. En ik ging op mijn knieën. Ik zei: “Heer, wat is er gebeurd?” En de Heer liet me zien dat de duivel een voet in mij had gekregen…. Ga niet boos naar bed. Geef de duivel geen voet, niet zo’n voet! Dat staat ergens in de Bijbel. Weet je, als er een voet voor de duivel is, ben je in een strategisch, heel zwak moment.
Wat was de voet voor de duivel in mij?
Mijn houding was: ‘heiliger dan gij’. Ik had deze voorgangers op een heel geestige en eerlijke manier verteld wat ik dacht over de demonen en de taarten. Zie je het? ‘Heiliger dan gij’ is als rook in Gods neus; het is verschrikkelijk. Het was trots. Geestelijke trots. Vecht niet met demonen als er trots in je hart is! Geef de vijand niet zulk een voet.
Nu, als je meer wilt weten over mijn ervaringen, lees dan dat kleine boekje ‘Verslagen vijanden’. En ik zal hier niet stoppen. Maar ik zal je vertellen dat er meer engelen [Gods engelen] in de wereld zijn dan demonen [en gevallen engelen]. En vaak spreken we veel meer over demonen dan over engelen. En ik ben zo blij voor de engelen! Tjonge, dat zijn grote vrienden van mij. En wat hebben ze me geholpen en wat helpen ze mij!
In mijn boek ‘Een gevangene en toch’ kun je lezen dat ik in de gevangenis kwam, en dat we allemaal gefouilleerd moesten worden. We stonden op een rij, en iedereen werd gefouilleerd, en ze namen alles mee wat we verborgen hadden. En ik was bang! Ik had een kleine Bijbel. Het was speciaal gedrukt voor de ondergrondse arbeiders in Nederland. Het bevatte het hele Oude en Nieuwe Testament, en was heel klein. Ik had het onder mijn jurk op mijn rug, en andere dingen die ik nodig had. En ik zag dat ze niets geloofden. Ze namen alles weg wat verborgen was. En ik was zo bang, dat ik zei [heel zachtjes]: “O, God, zend nu Uw engelen en dat zij mij omringen.” Ik dacht, ‘Ja, engelen, maar engelen zijn tenslotte geesten. En geesten zijn transparant [voor het menselijk oog meestal, niet altijd], je kunt er doorheen kijken, en deze mensen mogen mij niet zien’. Ik zei: “God, laat Uw engelen vandaag niet doorzichtig zijn.” Je kunt heel onorthodox bidden als je in grote nood bent, maar….
God deed het!
Hoe? Weet ik niet. Maar de vrouw die vóór mij stond, werd gefouilleerd. En op dat moment stond mijn zusje achter mij, en ze zagen mij niet. En er was vreugde in mijn hart! Ik zei: “Oh God, als U zo’n hoorder van gebeden bent, geloof ik dat ik zelfs een concentratiekamp kan doorstaan.” Een uur later werd ik weer geroepen. Wij allemaal. En we moesten op straat gaan staan, en overal werd ik voor de tweede keer gefouilleerd door verschillende vrouwen. Maar ik was niet bang. Ik zei: “Vader, gebruik Uw ondoorzichtige engelen enkele momenten om mij heen,” en dat deed Hij. En zo kwam ik met mijn Bijbel in die gevangenis terecht.
Vreemd verhaal?
Nee. Er staat geschreven in de Bijbel dat engelen dienende geesten zijn, die naar deze planeet worden gestuurd voor jouw en mijn hulp! Soms moeten we bidden om open ogen.
Bron:
Authority Over Demons by Corrie Ten Boom (sermon transcript)