De hel is echt, ik was daar!” | Getuigenis van Jennifer Perez

Het getuigenis van een 15-jarig meisje, dat in een Christelijk huis was opgevoed. Zij viel later terug in haar wandel, vond zichzelf vergiftigd door een overdosis aan drugs, en was stervende, en werd naar de hel gestuurd. Gelukkig werd aan haar een tweede kans gegeven, met de opdracht om terug te gaan, om de verlorenen, en zij die teruggevallen of lauw waren, te waarschuwen met een dringende boodschap.

 

God zegene u, broeders en zusters,

Ik zou u willen vragen om uw Bijbel te openen en te gaan naar:

Joël 2, vers 28  Daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien.

Mijn naam is Jennifer Perez en ik ben 15 jaar oud.

Het is moeilijk voor een tiener, om tot u te komen en mijn eigen fouten te erkennen. Maar met behulp van de Heilige Geest zal Hij mij helpen en mij de kracht geven, die ik nodig heb. Ik zou vooral eerst willen zeggen, dat dit voor de eer en de glorie van mijn Here Jezus Christus is. Ik wil geen doctrine verkondigen, of een nieuwe doctrine verzinnen. Ik ga u alleen vertellen wat ik zag, wat ik hoorde en wat ik voelde.

Ik wil u iets over mijn familie vertellen…

Mijn ouders zijn Christenen, en zij onderwezen me altijd in de weg van de Heer en met goede voorbeelden. Ik werd 3 jaar geleden een Christen, toen ik de Heer door middel van broeder Nicky Cruz aanvaardde. Ik wandelde 2 jaar in de wegen van de Heer. Maar toen ik naar het Voortgezet Onderwijs ging, begon ik rebels te worden en verliet de weg van de Heer. Ik werd rebels tegen mijn ouders en ik begon met drugs. Mijn vrienden leerden mij die dingen te doen.

Ik dacht dat ik een Christen was, en dat ik mijn vrienden ook Christen zou kunnen maken. Maar in plaats daarvan brachten zij mij terug in de wereld. Ik was rebels naar mijn ouders toe, en zij dachten dat het bij tieners hoorde. Maar in feite was het dat, wat de drugs me lieten doen! Kwade geesten kwamen in me, toen ik rebels tegen mijn ouders was; zij hielden me kort, zij lieten me nooit uitgaan, zelfs niet om een nachtje te slapen in het huis van een vriend. Ik moest altijd alles stiekem doen, achter hun rug om. Ik sloeg school vaak over. Ik ging zelfs nauwelijks naar school, en dat om mijn gewoonte te behouden. Ik stond op het punt om verslaafd te worden, maar de Heer haalde me eruit. Zoals ik al zei, ik was een Christen.

Mijn getuigenis begint op 2 mei, 1997.

Ik had een vriend; we waren slechts vrienden, meer niet, en hij wist dat. Ik dacht hem te kennen, maar in feite wist ik werkelijk niet wie hij was. Die nacht belde hij me en vroeg of ik uit kon gaan. Mijn ouders waren niet thuis. Zij waren naar een gebedsbijeenkomst toe, zoals elke vrijdag. Ik vertelde hen dat ik thuis wilde blijven, omdat ik me ziek voelde. Ik was ook boos op hen, omdat ik die nacht plannen had om uit te gaan met een andere vriend, maar mijn ouders lieten me niet gaan. Dus vroeg ik of ik thuis mocht blijven, en zij stonden dat toe.

Toen zij naar de gebedsbijeenkomst waren gegaan, belde mijn vriend me op. Hij zei, “Waarom ga je niet uit? Iedereen gaat toch uit?” Ik dacht bij mezelf, ‘Ik wil niet ongehoorzaam zijn aan mijn ouders, maar misschien als ik er stiekem tussenuit knijp, zullen mijn ouders het nooit te weten komen’. Dus dat deed ik.

Die nacht, toen mijn ouders thuiskwamen en zij in slaap vielen, was ik al klaar om er heimelijk tussenuit te knijpen. Dus belde ik mijn vriend, en vertelde hem om me op te wachten op de hoek van mijn straat. Ik vertelde hem om niet langs mijn huis te gaan, omdat het mijn ouders zou kunnen wekken en zo alles zou kunnen ruïneren. Dus stopte ik hoofdkussens onder mijn laken en klom uit mijn raam. Ik woon in een huis met twee verdiepingen, en alle ramen van mijn huis zitten vast geschroefd. Maar omdat mijn ouders mij vertrouwden, had mijn raam geen schroeven, dus misbruikte ik het vertrouwen van mijn ouders. Omdat ik in een huis met twee verdiepingen woonde, sprong ik van het dak en landde op de grond. De Heer had alles gepland, want ik had mijn been kunnen breken en dat zou alles tegengehouden hebben, wat de Heer voor me had gepland.

Ik liep op straat, en daar was mijn vriend al.

Maar toen ik in de auto wilde stappen, zag ik drie kerels en een ander meisje. Ik dacht bij mezelf, ‘Ik ga niets doen, ja, ik zal high worden, drugs nemen en drinken’. Maar als er drie jongens en nog een meisje bij zijn, vreesde ik dat zij overwicht op me zouden kunnen hebben. Ik stapte in de auto, en we vertrokken. Eerder, toen ik met mijn vriend sprak door de telefoon, zei hij dat we alleen in de stad rond gingen rijden. Ik zei: “Okee, dat klinkt leuk”. Daarom ging ik mee.

Ik had echter nooit gedacht, dat hij me mee zou nemen naar een motel.

Daar namen ze mij mee naartoe… Toen we daar aankwamen, zetten ze mij af bij een ruimte van de wasserette van het motel. Ze vertelden ons om daar te wachten, en zeiden dat ze een andere vriend zouden gaan ophalen. Ik zei: “Okee”, maar ik veronderstelde dat ze weggingen om een kamer te huren. Toen ze terugkwamen en ons oppikten, namen ze ons mee naar die kamer. Ze zeiden, “Wees niet ongerust, heb vertrouwen in ons! We gaan niets doen. We moeten enkel op onze andere vriend wachten en dan zullen we allemaal weggaan”. Dus vertrouwde ik mijn vrienden. Ik dacht dat ze mij geen kwaad zouden doen, maar in feite wist ik niet wie mijn vrienden waren.

In het begin kletsten we alleen maar, dus zei ik, “Waarom halen wij niet iets om te drinken, terwijl we wachten?” Dus verlieten mijn vriend en ik de kamer, en liepen naar het kleine restaurant aan de voorkant van het motel. Wij kochten drie Sprites en liepen toen terug naar de kamer. Ze begonnen de Sprites in kopjes te gieten. Ze hadden geen tas, of iets dat verdacht leek, meegenomen, waardoor ik zou kunnen denken dat ze iets in mijn drinken zouden doen, of mij iets aan zouden doen. Het leek allemaal onschuldig.
Ik ging naar het toilet om mijn haar in orde te maken en meisjesdingen te doen, en toen ik terugkwam was mijn kopje al ingeschonken. Ik deed wat aardbeikauwgom in mijn mond, en ik dronk van wat ik dacht dat het mijn Sprite was.

Na dit weet ik niet wat er gebeurde…

Maar toen ik weer kon zien, voelde ik mijn geest uit mijn lichaam komen. Ik was al in het ziekenhuis. Ik zag de artsen en de verpleegsters rondom mij. Toen ik uit mijn lichaam was, zag ik mijn lichaam op het bed. U weet hoe u uzelf in de spiegel ziet: u ziet een afspiegeling. Maar ik zag geen afspiegeling van mezelf… ik zag daar mijn lichaam op het bed! Toen ik me omdraaide, waren er twee mannen gekleed in het rood. “Kom met ons mee” zeiden ze, en ze grepen me, elk aan een arm.

soul out of body after death

 

Ze namen me mee naar een plaats, en toen ik keek om te zien waar ik was, was het de hemel!

Het eerste ding dat ik zag was een hele grote muur. Het was wit en het reikte zover, dat het geen einde leek te hebben. In het midden van de muur was een deur, een lange deur, maar die was gesloten.
In het Oude Testament spreekt Mozes over een tabernakel, en hij beschrijft zijn kenmerken. En ik herinnerde me dit, en ik zag dat de muur erop leek. Direct naast de deur was een grote stoel, en er was een kleinere stoel aan de rechterkant. En zij leken uit goud gemaakt te zijn. Aan mijn rechterkant was er een grote zwarte deur; het was zo donker eromheen, maar ik wist dat het een deur was vanwege de knop. Het was een lelijke deur.
Aan mijn linkerkant was er een paradijs; daar waren bomen, een glasheldere waterval en gras. Het was zo’n vreedzame plaats, maar er was niemand daar.

Ik keek en ik zag de Vader nu recht voor me. Ik kon Zijn gezicht niet zien, vanwege Zijn glorie; het was zo groot, zo helder! Het glansde en het verlichtte de gehele hemel; Zijn glorie maakte alles helder.
Er was geen zon, geen maan en waren geen sterren; Hij was het Licht. Ik zag Zijn lichaam wel, en Zijn lichaam was met de Zoon. Zij waren één binnenin elkaar. Zij waren tezamen; je kon de scheiding van hen zien, maar Zij waren één binnenin de ander. Zij waren samen één.

Direct naast hen waren twee engelen, Gabriël en Michaël.

De reden dat ik hun naam kende, was omdat het in goud geschreven stond op hun voorhoofd.
Toen ik voor de Vader stond, voelde ik me vuil! Ik viel op mijn knieën, en huilde. Ik was zeer beschaamd over mezelf! Zelfs als ik hun gezichten had kunnen zien, wilde ik dit niet, omdat ik mij zo schaamde over mezelf. Terwijl ik daar voor de Heer stond, toonde Hij me een film van mijn leven, van het begin tot aan nu. Hij vertelde me dat de dingen, die ik deed nadat ik gered was, het belangrijkste deel waren. Ik vertelde aan mijn vrienden dat ik een Christen was, maar in werkelijkheid toonde ik mijn vruchten niet.

Hij vertelde me dat ik bestemd was om naar de hel te gaan.

De engel Gabriël kwam en greep me bij mijn arm. Hij nam me mee naar die lelijke zwarte deur, waar ik zelfs niet naar wilde kijken. Ik probeerde mezelf tegen te houden, maar ik was geest, en wij gingen dwars door de deur. Toen ik aan de andere kant van de deur was, was het overal donker. Ik kon niet eens mezelf zien. Toen begonnen we snel te vallen, zoals in een achtbaan. Terwijl ik viel, werd het heter en heter. Ik sloot mijn ogen; ik wilde niet zien waar we waren.

Toen we stopten, opende ik mijn ogen, en ik bevond me op een grote weg. Ik wist niet waar deze naar toe leidde. Maar het eerste wat ik daar voelde was dorst. Ik was werkelijk dorstig! Ik bleef de engel vertellen: “Ik ben dorstig, ik ben dorstig”, maar het was alsof hij me zelfs niet hoorde. Ik begon te huilen, en toen de tranen langs mijn wangen stroomden, verdampten zij volledig. Er was de geur van zwavel. Ik probeerde om mijn neus te bedekken, maar dat maakte het nog erger. Al mijn 5 zintuigen waren zeer gevoelig. Nadat ik geprobeerd had mijzelf te bedekken, kon ik de zwavel zelfs nog meer ruiken. Ook al die kleine haren op mijn armen verdwenen. Ik voelde al die hitte; het was zeer heet!

Toen ik om me heen keek, zag ik mensen die gemarteld werden door demonen.

Er was een vrouw, die leed. Een demon martelde haar. Die demon sneed haar hoofd eraf en met zijn lange speer stak hij haar overal. Het maakte hem niets uit… in haar ogen, in haar lichaam, in haar voeten, in haar handen, het maakte hem niet uit. Daarna zette hij haar hoofd op haar lichaam terug en bleef haar maar steken. Zij schreeuwde met kreten van ondraaglijke pijn.

Daarna zag ik een andere demon. Deze demon martelde een jonge man van ongeveer 21-23 jaar oud. Deze man had een ketting rond zijn nek, en bevond zich voor een kuil van vuur. Deze demon stak hem overal met een lange speer, in zijn ogen, overal. Daarna greep de demon hem bij zijn haren, en met kettingen gooide hij die man in deze kuil met vuur, om hem er dan weer uit te halen en hem te steken en te steken. Dit ging continue door. En iedere keer als hij die kuil in ging, kon ik zijn schreeuwen niet meer horen. Maar wanneer de demon hem eruit haalde, gilde hij met zielsangst. Ik probeerde mijn oren te bedekken, omdat het geluid zo afschuwelijk was, maar ik bleef het horen. Mijn gehoor was gevoeliger.

Ik keek naar een andere demon, en die demon was lelijk. De andere twee waren ook lelijk, maar deze was het lelijkst. Hij had kenmerken van veel verschillende dieren. Ik kan het niet eens met woorden omschrijven. Hij ging rond om mensen angst aan te jagen, en de mensen werden werkelijk angstig.

En daarna zag ik een andere demon, maar deze demon was een mooie demon, hij leek op een engel van God, maar hij was het niet. Het verschil tussen de engelen van God en de demonen is, dat bij de demonen hun namen niet met goud op hun voorhoofden geschreven staan, maar bij de engelen van God wel.

Hierna, keek ik weer naar de engel Gabriël, en hij keek omhoog.

Ik dacht, ‘Hij wil zeker niet zien dat de anderen gemarteld worden…’ en dacht bij mezelf, ‘Waarom is hij nog steeds hier? Moet ik niet verwachten dat het straks mijn beurt is om gemarteld te worden?’ Ik was ook dorstig. En ik schreeuwde het uit naar de engel: “Ik ben dorstig, ik ben dorstig!” Ik denk dat hij me hoorde, omdat hij naar beneden keek, en hij zei, “De Heer gaat u nog één kans geven”.
Onmiddellijk toen hij dat zei, ging al mijn dorst en gingen al mijn angsten, al mijn pijnen, zomaar weg. Ik voelde me vredig.

Toen greep hij me bij mijn hand, en wij stonden op het punt omhoog te gaan, maar plotseling hoorde ik mijn naam roepen: “Jennifer, help me, help me!” Ik keek naar beneden. Ik wilde zien wie het was, maar toen ik dat deed, blokkeerden de vlammen het gezicht. Het klonk als de stem van een meisje. Ik kon alleen haar uitgestrekte handen zien. Ze wilde dat ik haar zou helpen. Ik had zo’n verlangen en behoefte om haar te helpen! Toen ik het probeerde, kon ik het niet, omdat mijn hand dwars door haar hand heen ging. Ik wilde haar zo graag helpen, maar ziet u, zij had geen enkele hoop. Ik kon haar niet helpen.

Toen keek ik rond, en ik zag mijn vrienden, mensen die ik kende en andere mensen.

Zij kwamen mij bekend voor, maar ik wist niet wie zij waren. Ik kende hun leven niet, maar toen ik daar vrienden van mijn school zag, deed het me pijn! Ik dacht bij mezelf, ‘Misschien was het het slechte getuigenis, dat ik hen gegeven had, door te zeggen dat ik Christen was, maar later afvallig geworden was, wat maakte dat zij niets van God wilden weten en zich van Hem afkeerden. Misschien was ik het, die hen daar gebracht had…’ Dat was wat ik dacht.

Ik zag dat er in de hel geen tijd is; daar is geen verleden, heden of toekomst. Alles is hetzelfde; ze zijn bestemd om daar naartoe te gaan. Maar zoals ik in het begin al zei, wil ik hier geen enkele doctrine van maken. De mensen, die ik daar zag, zijn vandaag nog steeds in leven.

 

Toen nam de engel me mee terug naar Gods aanwezigheid.

Toen ik mij vóór Hem bevond, knielde ik en ik huilde en huilde. Ik wilde nog steeds niet naar Zijn gezicht kijken, omdat ik me schaamde. Maar de Heer zei met grote liefde in Zijn stem: “Ik houd van jou”, net zoals Hij van u houdt, die nu naar mij luistert. Maar Hij vertelde het rechtstreeks aan mij. Hij zei dat Hij mij alles vergaf, wat ik gedaan had, toen ik tegen Hem gezondigd had. Hij vergaf me.

God keek naar mij en Hij liet mij vele dingen zien…

Hij toonde mij de wereld, de aarde. Rond de aarde zag ik iets zachts, als de ozonlaag. Het was rondom de aarde; het leek heel zacht, en ik had een groot verlangen om het aan te raken. Toen ik het aanraakte, realiseerde ik me dat het de Heilige Geest was, omdat Hij me doopte en ik in nieuwe tongen begon te spreken.

dove and earth

 

Gedurende dat moment keek ik omhoog, en vele boze geesten kwamen uit me.

Toen ik high werd en drugs nam, was mijn denken verward, en dat gaf openingen, waardoor deze boze geesten in mij kwamen. Zij kwelden me! De manier waarop ik mij gedroeg, was niet mijn echte ik; het waren de boze geesten in mij. In het Woord van God staat dat, wanneer het huis is schoongemaakt, de boze geesten proberen terug te komen, en ze brengen zeven andere boze geesten met zich mee. Mijn huis werd schoongemaakt, toen ik gered werd. En ik zag deze boze geesten, toen ik werd gedoopt. Zij hebben zeven anderen bij zich, en die hebben ook weer zeven anderen bij zich, en die hebben ook weer zeven anderen bij zich; ik kon hen zelfs niet eens tellen! Maar de Heer maakte me schoon van al die boze geesten!

 

Hij liet me ook de toekomst zien.

Hij toonde me de aarde en hoe dingen zouden gaan gebeuren: de gebeurtenissen die zouden gaan plaatsvinden. Het visioen, dat mij werd gegeven was van nu tot de Opname. Hij liet me de Opname zelf niet zien, maar Hij toonde mij de dingen, die daarvoor zouden gaan plaatsvinden. Elke dag komen wij er dichter en dichter bij, en ik vertel u dat de Opname dichtbij is. U moet uzelf onderzoeken, uw leven, en uzelf afvragen: Ben ik klaar om met de Heer mee te gaan?

De Heer toonde me dit, maar Hij vertelde me om het nog aan niemand te vertellen, maar om kalm af te wachten en eerst aan te zien dat het einde dichterbij komt.

Ik wil God niet verzoeken; dat is waarom ik u niet zal vertellen wat ik zag. Maar ik vertel u en ik waarschuw u, dat de Opname nabij is.

Ik las uit Joël 2, vers 28, en ik vertel u nu dat het aan het vervullen is. Vele jonge mensen staan op en prediken het Woord van God. De duivel wil een leger van jonge mensen maken, maar de Heer is machtiger! En als u werkelijk de Heer accepteert en Hem wilt dienen, zal Hij u de kracht geven om de duivel te overwinnen, zodat u het Woord overal in de wereld kunt prediken, net zoals Hij dit gebood in de Bijbel.

God vertelde me dat ik een opdracht had, en deze opdracht hield in, dat ik aan alle jonge mensen over mijn visioen moet vertellen.

Zelfs als ik dit niet zou willen doen, het is een bevel dat de Heer mij gaf, en ik zal het voltooien.

Toen ik in mijn lichaam terugkwam, werd ik wakker en ontdekte ik dat ik in het ziekenhuis lag.

Ik keek rond en zag naalden in mijn armen, dingen die mijn hart controleerden en slangen. Snel daarna kwamen mijn ouders binnen, en ik begon te huilen. Zij keken erg boos, maar de Heer vertelde me om ze alles te zeggen, en dat deed ik. Ik vertelde hen alles.

Toen de verpleegster binnenkwam, vertelde ze ons dat mijn ouders heel erg ongerust over mij waren geweest. Ze zei dat ik wegviel en dan weer terugkwam, dan weer wegviel en weer terugkwam. Ik was bewusteloos en kwam dan weer tot bewustzijn; dit gebeurde drie keer. Ze zeiden dat één van die keren ik niet wilde terugkomen, en zij waren erg ongerust over mij. Ze zeiden ook dat schuim uit mijn mond kwam, en dat ik verwarde woorden sprak, die ze niet konden begrijpen.

In die nacht had mijn moeder vreemde dromen.

Het hondje, waarmee ik altijd sliep, ging de kamer van mijn ouders binnen en kraste aan mijn moeders arm, en probeerde haar te wekken. Toen zij wakker werd, liep ze naar mijn kamer en zag de hoofdkussens, die ik onder de lakens had gestopt. Ze dacht dat ik daar lag; daarom liep ze terug naar haar kamer. Daarna zag ze politielichten buiten bij het raam. Toen ze uit het raam keek, zag ze dat politieagenten naar ons huis liepen, en wekte ze mijn vader.

De politie vertelde hen om het politiebureau te bellen, om meer over mij te weten te komen. Mijn ouders kwamen te weten, dat ik vergiftigd was en in het ziekenhuis lag. Op dat moment sprak de Heer tot mijn vader, en vertelde hem dat hij zich niet ongerust moest maken, omdat alles in Zijn handen was. Dus maakte mijn vader zich niet ongerust.
Ik bracht drie dagen in het ziekenhuis door. 

Een week later spraken wij met de detectives, en zij vertelden ons over die nacht.

Ze zeiden dat ook het andere meisje, waar ik mee was, niet uit mocht gaan en haar vader erg ongerust was geworden. Hij ging naar haar zoeken, rondrijden, maar hij kon haar niet vinden. Dus ging hij naar het politiebureau, en de politie verspreidde een bericht naar alle patrouille auto’s, in wat voor soort auto mijn vriend aan het rijden was. Een zekere ambtenaar buiten dienst stond aan de overkant van de weg bij een autohandel. Hij zocht een tweedehands auto. Hij keek vluchtig om zich heen en zag de auto van mijn vriend, dus belde hij de politie.

Toen de politie kwam om het te onderzoeken, was de auto van mijn vriend op een andere plek geparkeerd, zodat zij niet wisten waar zij was. Wij waren op de tweede verdieping in een kamer op de hoek. De politie wilde beginnen bij die kamer, en naar beneden lopen om in elke kamer te vragen naar de eigenaar van de auto, die buiten stond. Zij zochten niet naar het meisje; zij zochten enkel naar de eigenaar.

Toen zij op onze deur klopten, openden zij de deur en zagen mij op de vloer.

Maar daarna gingen zij weer weg. Mijn zogenaamde vrienden dachten dat de politie voor goed wegging, maar in feite gingen zij weg om een ambulance te halen. Al snel kwamen er andere politieagenten om te zien wat er gebeurde. Op het moment dat zij de deur openden, stond mijn vriend, met wie ik gesproken had, degene die ik vertrouwde, op het punt om mij te verkrachten. Maar de Heer gebruikte de politie, om dit allemaal te stoppen, en zij hadden mij verder niets aangedaan. Dat is waarom ik de Heer dank, omdat Hij genade met mij had!

En ook dank ik voor de gebeden van mijn ouders.

Ik spreek nu tot u, ouders. Houd niet op met het bidden voor uw kind! Als zij niet met de Heer wandelen, blijf voor ze bidden; geef nooit op! Mijn ouders gaven nooit op, en kijk waar ik nu ben, het Woord van God aan het verkondigen, jonge mensen aan het vertellen om God te gaan dienen, omdat zij Hem nodig hebben.

Ik wil graag een boodschap brengen aan alle jonge mensen:

ik wil dat je over jezelf nadenkt en jezelf onderzoekt. Ikzelf dacht altijd aan wat andere mensen misschien over me zouden kunnen zeggen of denken, maar nu begrijp ik dat sommigen zelfs niet om mij gaven. Ik herinner mij, toen ik voor de Heer stond, dat mijn vrienden daar niet waren om mij te helpen. Mijn familie was daar niet om mij te helpen. Mijn voorganger en de kerk waren daar niet om mij te helpen. Ik was daar helemaal alleen en ik moest mezelf verdedigen. Als u voor Hem staat, kunt u niet liegen, omdat Hij zo heilig is! En toen ik daar was, voelde het alsof ik daar niet thuis hoorde, omdat ik in zonde leefde, en in de hemel is alles heilig.

Ik vertel je vandaag, dat als je de Here Jezus niet hebt aangenomen, neem Hem vandaag nog aan.

Dit is de belangrijkste beslissing van je leven! Ik vertel je dit alles, niet om je met angst in de hemel te krijgen, maar zodat je de genade kan zien, de liefde die Hij voor ons heeft. Hij, de Vader, stuurde Zijn Zoon om voor ons te sterven, zodat elke druppel bloed, die vergoten werd, al onze zonden zou vergeven. Als je de Heer wilt aannemen, is dat het belangrijkste besluit in je hele leven. Kom tot de Heer, maak je geen zorgen over wat iemand anders over je zegt.

salvation - cross

Als je de Heer wilt dienen, doe het dan met geheel je hart. Zeg het niet alleen met je mond, maar zeg het met je hart en verstand. Maak je niet ongerust over de toekomst, maak je ongerust over vandaag. Je weet nooit wanneer je gaat sterven. Ik ben slechts 15 jaar oud, en ik dacht nooit dat ik zou sterven op mijn vijftiende, nooit! Maar je moet daar over nadenken. Mijn leven is niet van mij, jouw leven is niet van jou. Wij lenen ons leven; ons leven behoort aan God toe! Wij maken daar vaak misbruik van, omdat het ons niet kan schelen, door werelds te worden en de dingen van de wereld te doen. De wereld heeft vele dingen aan te bieden, maar onthoud dit: God heeft zelfs nog meer dingen aan te bieden. De wereld biedt je hel en dood, maar God wil je het eeuwige leven geven. Het eeuwige leven is voor altijd.

 

Als je op dit moment de Here Jezus Christus, wilt aanvaarden, bid dan oprecht dit gebed:

‘Here God, in de naam van Jezus Christus kom ik tot U. Oh, mijn Here God, op dit ogenblik wil ik U als mijn Redder aanvaarden. Wilt U in mijn leven komen? Zoals deze zuster zei in haar getuigenis, dat de hel echt is, want zij was daar… Here God, ik wil daar niet heen gaan; ik wil er zelfs niet aan denken om daar heen te gaan. Here God, ik vraag U om al mijn zonden te vergeven, die ik heb begaan. Vergeef mij voor alles wat ik heb gedaan! Elke zonde, mijn Here God, ik maak het aan U bekend, (ik benoem ze). Vergeef mij dit alles alstublieft. Here God, ik geloof dat U aan het kruis stierf en dat U bent opgestaan uit de dood. Ik geloof dat U in mijn hart komt, en dat U zult regeren in mijn hart, en in mijn hart zult zijn. Ik zal Uw Woord lezen en Ik zal meer in Uw Woord zijn. Ik zal contact zoeken met oprechte kinderen van U, mijn Here God, omdat ik weet dat U daar bent. U zei, dat waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam, dat U daar bent. Mijn Here God, ik wil zijn waar U bent. Ik bid dit alles in de naam van Jezus Christus, Uw Zoon. Amen.”

Als je dit gebed hebt gebeden, wil ik je verwelkomen in het Koninkrijk van de hemel.

Nu heb je broeders en zusters over de gehele wereld. Dit is de belangrijkste beslissing, die je ooit zult maken, dus maak er geen misbruik van! Ga niet in de wereld terug. De wereld leidt tot de dood, maar God leidt tot het eeuwige leven. Op elk moment dien je te leven, alsof het de laatste dag is en het de laatste momenten van je leven kunnen zijn.

Als dit getuigenis je hart heeft geraakt, geef het dan door, zodat ook anderen God in hun hart kunnen aanvaarden. Laat deze tijd alsjeblieft niet zomaar voorbijgaan.

 

Bron:  ChristisComing777.com

You may also like